e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rimpelen, fronsen kleine plooien maken: klęjn plujǝ mākǝn (Neerpelt) Al plooiend rijgen. Rimpelen is het uitrekken van een hoeveelheid stof tot een vooraf bepaalde kortere lengte, langs één of meer stiklijnen, waarbij de ruimte wordt verdeeld in gelijke, soepele plooitjes (Het Beste Naaiboek, pag. 178). Bij fronsen wordt de ruimte over een bredere afstand verdeeld dan bij rimpelen. Zie afb. 46. [N 59, 53; N 62, 12a; N 62, 30; Gi 1.IV, 34; MW; monogr.] II-7
rimpels rimpels: rempəls (Neerpelt), rēmpəls (Neerpelt), rumpels (Neerpelt, ... ), rømpəl (Neerpelt), rɛmpəls (Neerpelt) een rimpel (op het voorhoofd) [ZND B1 (1940sq)] || rimpels (in het gezicht) [ZND 41 (1943)] III-1-1
ringbaard ringbaardje: reŋbart`ə (Neerpelt) ringbaard [N 10b (1961)] III-1-1
ringen ringen: reŋǝn (Neerpelt) Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.] I-12
ringen, randen verwijderen van peulvruchten ringen: rēͅnən (Neerpelt, ... ) [Goossens 1b (1960)] [ZND B2 (1940sq)] I-7
ringmus veldzjiersje: veldzjierske (Neerpelt) ringmus III-4-1
rinkelen met de altaarbel bellen: bellen (Neerpelt) Met deze bel rinkelen, bellen, schellen. [N 96B (1989)] III-3-3
rins ruis: ne ruische smaak (Neerpelt), zerp: zerp (Neerpelt) Een rinse smaak (zuurzoet, gelijk sommige suikerbonbons). [ZND 41 (1943)] III-2-3
riool riool: rioəl (Neerpelt) een riool (onderaardse) [ZND B1 (1940sq)] III-3-1
ritssluiting rits: rits (Neerpelt, ... ), tirette: tirɛt (Neerpelt), tirette (fr.): tiret (Neerpelt) Hoe noemt U een ritssluiting? [N 62 (1973)] || Treksluiting, sluitmiddel voor kleppen van kledingstukken, tassen en dergelijke, bestaande uit twee stroken met metalen klauwtjes die door een verschuifbaar plaatje in elkaar gehaakt worden (Van Dale, pag. 2417). [N 62, 63; MW] II-7, III-1-3