e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verstellen lap opzetten: lap opzetten (Neerpelt), oplappen: oplappen (Neerpelt), stuk opzetten: stuk opzetten (Neerpelt) Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW] II-7
verstoppertje spelen slaapjagen: Slaapjagen, joeg slaap. Geh. Neerpelt. (t Daghet in den Oosten XIV, 149)  slaapjagen (Neerpelt) Piepebergen; piepenmuiske spelen. III-3-2
verstopte speen kapotte deem: kǝpǫtǝ diǝm (Neerpelt), verstopte deem: vǝrstǫptǝ diǝm (Neerpelt) Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a] I-11
verteerde mest kortgebrand mest: kǫrt ˲gǝbrānt [mest] (Neerpelt) De termen in dit lemma zijn voor het merendeel van toepassing op mest die lange tijd het onderste of het binnenste deel van de mesthoop heeft gevormd en daardoor goed verteerd is: mest van hoge kwaliteit, die gemakkelijk in kleine delen uiteenvalt. Het onderste uit de mestkuil is vaak zo brokkelig dat het niet met de riek kan worden opgenomen. Deze mest wordt veelal als weidemest gebruikt. Voor sommige termen zie men dan ook het lemma compost. De termen aan het einde van het lemma hebben betrekking op oude, uitgedroogde mest die zijn kwaliteit grotendeels verloren heeft. [N M, 10a; N 11, 27 add.; N 11A, 4a + 4c + 36 + 37; JG 1a + 1b add; div.] I-1
vertellen vertellen: its vərtelən (Neerpelt) Een geschiedenis vertellen [ZND 24 1937)] III-3-1
vertikale paal in een poort stijp: stīp (Neerpelt) Een rechtstaande, uitneembare paal in het midden van een poort, waartegen de beide poortvleugels gesloten kunnen worden. Deze paal is aan de bovenzijde meestal verankerd achter een gebogen stuk ijzer, aan de onderzijde in een gat. De paal wordt weggenomen als de poort helemaal geopend moet worden. De paal is onbekend in een groot aantal plaatsen. Door functionele overeenkomst kunnen de benamingen ook wel gebruikt worden voor andere soorten sluitbalken (zie deze lemmata). Zie ook afbeelding 18.g bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42e; N 5, 104; A 49, 4; add. uit N 5A, 93c] I-6
vertuieren van de ene na de andere reep doen: van dǝn iǝnǝ na dǝn andǝrǝ riǝp dūn (Neerpelt), vertuieren: vǝrtȳrǝn (Neerpelt) Het verplaatsen van het vee, telkens wanneer een stuk wei is afgegraasd. [L 40, 21b; monogr.] I-11
vervaldag sint-andries: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  nə Sent an⁄dris (Neerpelt) betaaldag, jaarlijkse ~ bij de notaris [bamis?] [N 21 (1963)] III-3-1
verzetten verzetten: ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  vər⁄zeͅtən (Neerpelt) Betekenis en uitspraak van het werkwoord verzetten i.v.m. koop of verkoop? A.u.b. ook de uitspraak geven. [N 21 (1963)] III-3-1
vespers groot lof: a groewet loaf (Neerpelt) De op grote feesten gehouden namiddagdienst waarin door het koor psalmen worden gezongen: de vespers, de vesper. [N 96B (1989)] III-3-3