e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vijf centiem knabje: knepke (Neerpelt), kneͅpkə (Neerpelt), 5 ct.  kneͅpkə (Neerpelt), solletje: solleke (Neerpelt) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 5 centimes? [ZND 28 (1938)] || dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)] III-3-1
vijf frank paardsoog: ps. letterlijk omgespeld volgens Frings.  peͅrsuəg (Neerpelt), stuk: ps. omgespeld volgens Frings.  ə støk (Neerpelt, ... ) 5 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] || 5 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)] III-3-1
vijfentwintig centiem kwartje: e kwartje (Neerpelt), kwḁrtjə (Neerpelt), 25 ct.  ə kwartjə (Neerpelt) Bestaat er een dialectnaam voor een stuk van 25 centimes? [ZND 28 (1938)] || dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)] III-3-1
vijl vijl: vil (Neerpelt) De vijl waarmee men de onderrand van de krabber scherp maakt. [N 28, 123] II-1
vinden vinden: vinnen (Neerpelt) vinden [ZND m] III-1-2
vinger vinger: vinger (Neerpelt), vingər (Neerpelt), viŋər (Neerpelt, ... ) Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)] || vinger [RND] III-1-1
vingerhoed vingerhoed: vingerhoed (Neerpelt) Dopje of hoedje van harde stof, bijv. metaal, dat men bij het naaien over de top van een vinger zet om die te beschermen en aan de naald kracht bij te zetten. De vingerhoed is van boven dicht, dit in tegenstelling tot de naairing. Zie afb. 13. [N 59, 14; N 62, 67a; Gi 1.IV, 61; MW; monogr.] II-7
vingerlid vingerlid: vingerleed (Neerpelt), vingerlid (Neerpelt) lid van de vinger [ZND 37 (1941)] III-1-1
vingers (spotnamen) fikken: B.v. als ge t nog ene keer doet, sla ik u op uw fikke.  fikke (Neerpelt), tien geboden: Humoristisch. B.v. blijf er met uw tien geboden vanaf.  de tien gebode (Neerpelt) vingers (spotbenamingen) [pinke, finkels, fikke, pingels, kluntjesvingers, de 10 geboden] [N 10 (1961)] III-1-1
vink botvink: botvink (Neerpelt), vink: ve:nk (Neerpelt), vīnk (Neerpelt) vink [Willems (1885)], [ZND 43 (1943)] III-4-1