e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Neerpelt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
winnen winnen: winnen (Neerpelt, ... ) III. Winnen; hij won; gewonnen. [ZND 25 (1937)] || Winnen. [Willems (1885)] III-3-2
winterkleren winterkleren: winterkliêr (Neerpelt) winterkleren [N 23 (1964)] III-1-3
winterkoninkje winterkoninkje: winterkøninkske (Neerpelt) winterkoninkje [ZND 34 (1940)] III-4-1
winterwortelen poten: puǝtǝ (Neerpelt) Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.] I-5
wip wip: wep (Neerpelt) Veerkrachtige lat tegen de zolder die met de karnstok verbonden is. De wip dient om het karnen te vergemakkelijken. [N 12, 52, 53 en 54; A 7, 20] I-11
wipneus wipneus: wepnøs (Neerpelt), wipsnuit: wepsnuwt (Neerpelt) neus: wipneus [schortneus, boel, boelneus] [N 10 (1961)] III-1-1
wippen wipwappen: /  wip-wappen (Neerpelt) / [SND (2006)] III-3-2
wisselen van de tanden wisselen: wesǝlǝn (Neerpelt) Het breken of wisselen van de veulentanden gebeurt op twee en een half- à drie en een halfjarige leeftijd; het veulen verliest de melktanden en krijgt paardetanden, eerst de twee voorste tanden of binnentanden. Als het omstreeks vier jaar is, breken de twee middentanden en op vier en een half- à vijfjarige leeftijd de twee hoektanden. [JG 1a, 1b; N 8, 19] I-9
wisselen van tanden breken: brɛ̄kǝ (Neerpelt), wisselen: wesǝlǝ (Neerpelt) [N 3A, 108b; N 3A, 16; N 3A, 22] I-11
wisselende misgezangen voor iemand alleen: vøͅr īmət alījən (Neerpelt) De wisselende misgezangen [Introïtus, Graduale, Tractus, Alleluia, Sequentia, Offertorium, Communio]. [N 96B (1989)] III-3-3