17775 |
enkel |
enkel:
inkĕl (Q117p Nieuwenhagen),
inkəl (Q117p Nieuwenhagen)
|
enkel [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
32625 |
enkele kunstmestsoorten |
chilisalpeter:
chilisalpeter (Q117p Nieuwenhagen)
|
In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd geïnformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.]
I-1
|
33605 |
enten |
enten:
ɛntə (Q117p Nieuwenhagen)
|
[RND 08]
I-7
|
21204 |
envelop |
envelop (<fr.):
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
énvəlòp (Q117p Nieuwenhagen),
omslag:
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
umsjlāāg (Q117p Nieuwenhagen)
|
de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17985 |
epidemie |
epidemie:
ēēpidəmīē (Q117p Nieuwenhagen)
|
Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
23608 |
epistel |
epistel (<lat.):
t epistel (Q117p Nieuwenhagen),
t ēēpistel (Q117p Nieuwenhagen)
|
De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19013 |
er heet aan toegaan |
spannen:
sjpànnə (Q117p Nieuwenhagen)
|
er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22433 |
ereboog |
boog:
bōͅəg (Q117p Nieuwenhagen),
eerboog:
ieërbāoëg (Q117p Nieuwenhagen),
ereboog:
dr ieëre boag (Q117p Nieuwenhagen),
Ieëre-boag (Q117p Nieuwenhagen),
triomfboog:
trəjoemfboaëg (Q117p Nieuwenhagen)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)] || Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)] || Een triumfboog of ereboog ter versiering van de straten [triejoemfboaëg]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
24046 |
ereboog voor de jonge priester |
ereboog:
dr ieëre boag (Q117p Nieuwenhagen),
ieërbāoëg (Q117p Nieuwenhagen)
|
De ereboog voor de jonge priester. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
20374 |
ereboog voor het bruidspaar |
ereboog:
dr ieëreboag (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen,
Q117p Nieuwenhagen),
īēërebóóëg (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen,
Q117p Nieuwenhagen)
|
de ereboog voor het bruidspaar [N 96D (1989)] || het plein vóór de kerk [kerkplaats, kerkplein, plei] [N 96D (1989)]
III-2-2
|