| 23742 |
het heilig hartbeeld laten introniseren |
intronisatie (<fr.):
de intronisatie (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een beeld van het H.Hart in het huisgezin laten introniseren, d.w.z. plechtig een ereplaats geven, door een parochiegeestelijke, wanneer die op huisbezoek komt. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23990 |
het heilig oliesel ontvangen |
bediend worden:
bedeend weëde (Q117p Nieuwenhagen),
oliesel krijgen:
t ōōliesel krīēge (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het H. Oliesel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 24058 |
het heilig oliesel toedienen |
bedienen:
bedéne (Q117p Nieuwenhagen),
oliesel toedienen:
t ōōliesel tōōwdēēne (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het H. Oliesel toedienen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 32689 |
het land aftreden |
aftreden:
āftrę ̇ɛnǝ (Q117p Nieuwenhagen),
āftręɛ (Q117p Nieuwenhagen)
|
Voordat men begint te ploegen, schrijdt men de akker langs twee tegenover elkaar gelegen zijden af, a) om het midden te bepalen als men bijeen gaat ploegen, b) om hem in gelijke stukken te verdelen, als men in panden gaat ploegen, c) om de vooraf of achteraf te ploegen hoek uit te zetten, als het een gerende akker betreft. De opgesomde termen, die alle "het land", "de akker", "de plak" e.d. als object veronderstellen, zijn ook toepasselijk op het schrijdend opmeten van het land in het algemeen. [N 11, 40; N 11A, 131a; JG 1a + lb; monogr.]
I-1
|
| 19638 |
het licht aandoen |
het licht aandoen:
ut lĭg āādōēə (Q117p Nieuwenhagen)
|
Wat zegt u tegen \'het licht aansteken\'? (aandoen, aanmaken, aandraaien) [N 104 (2000)]
III-2-1
|
| 23609 |
het misboek omdragen |
het boek omdragen:
t book umdrage (Q117p Nieuwenhagen),
t bōōk ŭmdrāāge (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het misboek omdragen, van de epistel- naar de evangeliezijde van het altaar brengen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23573 |
het orgel trappen |
de orgel treden:
dr órgel treëne (Q117p Nieuwenhagen),
dr örgel trééne (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het orgel treden of trappen, de blaasbalg tredend met lucht vullen en gevuld houden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 23983 |
het schuifje krijgen |
de schuif krijgen:
de sjūūf krīēëge (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het gebruik om het schuifblad in de biechtstoel te sluiten wanneer de biecht wordt uitgesteld en de biechteling niet geholpen kan worden omdat er redenen zijn om aan het berouw of aan het vervullen van de voldoening te twijfelen [het deurken/vensterken kr [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 23801 |
het vuur wijden op paaszaterdag |
vuur slaan:
vuur sjloa (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het gebruik om op Paaszaterdag het vuur te wijden. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23618 |
het zielboek aflezen |
de dodenlijst lezen:
de doeëdeliehs leëze (Q117p Nieuwenhagen),
het zielenboek aflezen:
t zīēëlebook aaflééëse (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het zielenboek aflezen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|