31674 |
kruisstuk |
kruisstuk:
krytsštøk (Q117p Nieuwenhagen)
|
Fitting die wordt gebruikt om van een leiding twee andere leidingen af te takken. Zie ook afb. 263. [N 64, 117f]
II-11
|
23705 |
kruisteken |
kruis:
e krüts (Q117p Nieuwenhagen),
krŭŭts (Q117p Nieuwenhagen),
kruisteken:
e krütstéke (Q117p Nieuwenhagen),
krŭŭtstēēke (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een kruisteken [kruis, krèùs/kröös, kruus, kruuts, kruusteiken?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23799 |
kruisverering |
kruisverering:
de krüts-verieëring (Q117p Nieuwenhagen),
krŭŭtsvərīēring (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het gebruik om op Goede Vrijdag de relikwie van het Heilig Kruis te kussen, de Kruisverering. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23411 |
kruisweg |
kruisweg:
dr krŭŭtswèg (Q117p Nieuwenhagen),
dr krütsweëg (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
krŭŭtswèèg (Q117p Nieuwenhagen)
|
De gebedsoefening langs de 14 staties van Jezus gang van Pilatus naar Golgotha [kruisweg, kruuswèg, kruutswèèg]. [N 96B (1989)] || Het geheel van 14 kruiswegstaties in de kerk [kruu(t)swèèg, kruuswèg?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23412 |
kruisweg: 14 staties |
veertien staties:
de vieëtieën sjtaassies (Q117p Nieuwenhagen),
de viĕëtiĕën sjtāāsies (Q117p Nieuwenhagen)
|
De 14 staties. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23413 |
kruiswegstatie |
statie:
de sjtāāsie (Q117p Nieuwenhagen),
ing sjtaassie (Q117p Nieuwenhagen),
ing sjtāāsie (Q117p Nieuwenhagen),
stāāsiĕ (Q117p Nieuwenhagen),
statie van de kruisweg:
ing sjtaassie van dr krütsweëg (Q117p Nieuwenhagen)
|
De gebedsoefening langs de 14 staties van Jezus gang van Pilatus naar Golgotha [kruisweg, kruuswèg, kruutswèèg]. [N 96B (1989)] || Elk van de 14 afbeeldingen van Jezus kruisweg [statieoene, staties?]. [N 96A (1989)] || Één statie van de kruisweg. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
26823 |
kruiwagen |
schubkar:
šupkar (Q117p Nieuwenhagen)
|
Kleine eenwielige kar met twee berries, waarmee hij door een mens voortgeduwd en soms ook getrokken wordt. Vaak is er op de berries een bak gemonteerd, waarvan de zijplanken soms afgenomen kunnen worden. Er bestaan echter ook kruiwagens zonder zijplanken en met enkel een hoge voorplank, waarbij de berries via scheien met elkaar verbonden zijn. Zie voor het onderscheid de lemmata bakkruiwagen, scheienkruiwagen en platte kruiwagen. De informant van P 214 merkt hierover op: een soort kruiwagens met planken bodem. Zijstukken kunnen naar believen opgezet of afgenomen worden". De kruiwagen wordt gebruikt voor het vervoer van kleine lasten, zoals bijvoorbeeld mest. Volgens de informant uit Q 77 werd de kruiwagen gebruikt "om allerlei materiaal (behalve cement, zand enz.) te vervoeren" Volgens de informant uit L 269 gebruikt men de kruiwagen wel om zand te vervoeren. De respondent uit L 377 vermeldt als mogelijke vrachten "zakken - ook ander goed (aardappelen, wortels, steenkolen)". Zie voor meer informatie ook de lemmata kruiwagen in wld II,4, in wld II, 8 en in wld II, 9 en steenkar in wld II, 8. [N 18, 97a; N G, 51; N 11, 28; RND, 129; Gwn 8, 1b; S 19; L 29, 4; L 16, 19a; L 1a-m; L 1u, 139; L 45, 14a; L B, 193; JG 1d; A 14, 14a; monogr.]
I-13
|
34641 |
kruiwagenberrie |
bomen:
bø̄ǝm (Q117p Nieuwenhagen)
|
Elke van de twee lange draagbomen. Aan de voorzijde zijn de twee berries verbonden met de as van het kruiwagenwiel. Aan de andere kant van de berries bevinden zich de handvaten. Bij de meeste kruiwagens kunnen op de berries zijwanden geplaatst worden, zodat de kruiwagen een bak heeft. Bij de bakkruiwagen zijn deze zijwanden vast, en bij de scheienkruiwagen komen ze niet voor. Onderaan de berries bevinden zich de poten van de kruiwagen. [N 18, 98c + 99 + add; N G, 53a; JG 1a; JG 1b; RND 129; monogr.]
I-13
|
34321 |
krul in de staart |
krol:
krol (Q117p Nieuwenhagen),
krulletje:
krø̜lkǝ (Q117p Nieuwenhagen)
|
[N 76, 16]
I-12
|
18019 |
kuchen |
kuchen:
kuchə (Q117p Nieuwenhagen)
|
Kuchen: kort en droog hoesten (kuchen, kochelen, krochen, krochelelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|