e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kyrie eleison kyrie: dr kyrië (Nieuwenhagen), t kīērīēə (Nieuwenhagen) Het "vaste gezang"aan het begin van de mis, het "Kyrie eleison". [N 96B (1989)] III-3-3
laadplaats laadpunt: lātpønt (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Zwartberg, Waterschei]) De ondergrondse ruimte naast de schacht waar de mijnwagens op de kooi worden geduwd. [N 95, 690; monogr.; N 95A, 3; N 95, 178] II-5
laadstok laadstek: lātštęk (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Ronde houten stok waarmee de schiethouwer of schietmeester de patronen in het schietgat duwt. De stok is van hout omdat een metalen laadstok vonken zou kunnen voortbrengen en op deze wijze de lading vroegtijdig zou kunnen doen ontploffen. [N 95, 406; monogr.; Vwo 176; Vwo 178; Vwo 463] II-5
laadwagen laadschup: lātšøp (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Laura, Julia]), laadwagen: lātwān (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Domaniale]), l˙ātw˙ān (Nieuwenhagen  [(Laura / Julia)]   [Domaniale, Wilhelmina]) Mechanisch aangedreven machine waarmee bij de aanleg van steengangen en galerijen de losgeschoten of losgehakte stenen in mijnwagens kunnen worden geladen. De woordtypen "eimco" (Q 35), "eimcowagen" (Q 121) en "sullivan" (Q 121) hebben betrekking op laadwagens, genoemd naar de fabrikant. [N 95, 830; N 95, 833; N 95, 834; monogr.; div.; Vwo 388; Vwo 389; Vwo 460; Vwo 695] II-5
laag grond laag aarde: (= aarde).  ⁄n laog ēēëd (Nieuwenhagen), schicht (du.): sjīēg (Nieuwenhagen) laag grond [laag, scheel, bank] [N 81 (1980)] III-4-4
laagliggende akker zomp: zōmp (Nieuwenhagen) Een aantal woordtypen duiden niet zozeer op een afgebakend perceel, een akker, maar meer algemeen op laagliggende grond. [N 11, 2b] I-8
laagte in een akker del: dɛl (Nieuwenhagen), lok: loak (Nieuwenhagen) Laagte of kuil waar de grond steeds vochtig blijft of waar water blijft staan. [N 11, 3a, N 11, add.; Vld.; monogr.] I-8
laatste evangelie t letste evangjillióm?].: t letste evangelie (Nieuwenhagen), t lètste ēēvangēēlie (Nieuwenhagen) Het laatste evangelie, het beginmstuk van het evangelie volgens Johannes, dat gelezen werd na de zegen [t lèste evangillie [N 96B (1989)] III-3-3
laatste mis korte mis: ing kótte mès (Nieuwenhagen), snapmisje: sjnàpmèske (Nieuwenhagen) De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)] III-3-3
laatste oordeel laatste oordeel: t letste oeërdeel (Nieuwenhagen), t lètste ōērdēēl (Nieuwenhagen) Het laatste oordeel. [N 96D (1989)] III-3-3