23580 |
kyrie eleison |
kyrie:
dr kyrië (Q117p Nieuwenhagen),
t kīērīēə (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het "vaste gezang"aan het begin van de mis, het "Kyrie eleison". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28273 |
laadplaats |
laadpunt:
lātpønt (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
De ondergrondse ruimte naast de schacht waar de mijnwagens op de kooi worden geduwd. [N 95, 690; monogr.; N 95A, 3; N 95, 178]
II-5
|
27368 |
laadstok |
laadstek:
lātštęk (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Ronde houten stok waarmee de schiethouwer of schietmeester de patronen in het schietgat duwt. De stok is van hout omdat een metalen laadstok vonken zou kunnen voortbrengen en op deze wijze de lading vroegtijdig zou kunnen doen ontploffen. [N 95, 406; monogr.; Vwo 176; Vwo 178; Vwo 463]
II-5
|
27890 |
laadwagen |
laadschup:
lātšøp (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Laura, Julia]),
laadwagen:
lātwān (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale]),
l˙ātw˙ān (Q117p Nieuwenhagen
[(Laura / Julia)]
[Domaniale, Wilhelmina])
|
Mechanisch aangedreven machine waarmee bij de aanleg van steengangen en galerijen de losgeschoten of losgehakte stenen in mijnwagens kunnen worden geladen. De woordtypen "eimco" (Q 35), "eimcowagen" (Q 121) en "sullivan" (Q 121) hebben betrekking op laadwagens, genoemd naar de fabrikant. [N 95, 830; N 95, 833; N 95, 834; monogr.; div.; Vwo 388; Vwo 389; Vwo 460; Vwo 695]
II-5
|
24925 |
laag grond |
laag aarde:
(= aarde).
⁄n laog ēēëd (Q117p Nieuwenhagen),
schicht (du.):
sjīēg (Q117p Nieuwenhagen)
|
laag grond [laag, scheel, bank] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33649 |
laagliggende akker |
zomp:
zōmp (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een aantal woordtypen duiden niet zozeer op een afgebakend perceel, een akker, maar meer algemeen op laagliggende grond. [N 11, 2b]
I-8
|
33650 |
laagte in een akker |
del:
dɛl (Q117p Nieuwenhagen),
lok:
loak (Q117p Nieuwenhagen)
|
Laagte of kuil waar de grond steeds vochtig blijft of waar water blijft staan. [N 11, 3a, N 11, add.; Vld.; monogr.]
I-8
|
23658 |
laatste evangelie |
t letste evangjillióm?].:
t letste evangelie (Q117p Nieuwenhagen),
t lètste ēēvangēēlie (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het laatste evangelie, het beginmstuk van het evangelie volgens Johannes, dat gelezen werd na de zegen [t lèste evangillie [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23506 |
laatste mis |
korte mis:
ing kótte mès (Q117p Nieuwenhagen),
snapmisje:
sjnàpmèske (Q117p Nieuwenhagen)
|
De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23909 |
laatste oordeel |
laatste oordeel:
t letste oeërdeel (Q117p Nieuwenhagen),
t lètste ōērdēēl (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het laatste oordeel. [N 96D (1989)]
III-3-3
|