e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
metaalbeugelzaag ijzerzeeg: īzǝrzē̜x (Nieuwenhagen), loodzeeg: lū.t˲zē̜x (Nieuwenhagen) Handzaag voor metaal waarbij het blad in een ijzeren beugel is gespannen. Zie ook afb. 136. [N 33, 250; N 33, 330; N 53, 10; N 64, 2a-b; monogr.] II-11
metaalrasp, tinvijl raspvijl: rasp˲vīl (Nieuwenhagen) Vijl met enkele vijlkap voor het bewerken van (zachte) metalen. Het blad van de metaalrasp kan verschillende vormen hebben zoals plat en recht óf plat en boogvormig. Zie ook afb. 109. De metaalrasp wordt ook wel met de termen tinvijl, loodvijl en zinkvijl aangeduid (vgl. Van Houcke, pag. 817, s.v. vijl). [N 33, 98; N 64, 53e-f; N 66, 21d] II-11
meterstok vaarstok: vārštǫk (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Maurits]) Gereedschap van de opzichter. Soort stok van 1 m lengte met als handgreep een klein houweeltje waarvan de ene kant scherp was en waarvan de andere kant een hamertje vormde. In lage pijlers hadden meester-opzichters soms een stokje van 0.5 meter. Met de meterstok kon men in steenwerk vooral direct de afstand tussen de ondersteuningen nameten, bouten aanslaan of vastzetten en losse stenen aankloppen of wegtrekken, aldus de informant van Q 15. [N 95, 129; monogr.] II-5
metselaar metselaar: mętsǝlēǝr (Nieuwenhagen), muurder: mȳrdǝr (Nieuwenhagen) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9
metworst cervelaat: sérvelāāt (Nieuwenhagen), metworst: métwōēësj (Nieuwenhagen), plokworst: blókwōēësj (Nieuwenhagen), snijworst: sjniewōēësj (Nieuwenhagen) metworst; Hoe noemt U: Worst met gehakt (varkens)vlees (metworst, snijworst, saucisse) [N 80 (1980)] III-2-3
mevrouw madam (<fr.): mádám (Nieuwenhagen), mevrouw: məvrouw (Nieuwenhagen), vrouw: vrouw X (Nieuwenhagen) hoe spreekt u een getrouwde vrouw aan? [mevrouw, madam] [N 87 (1981)] III-3-1
miauwen mauwen: WBD/WLD  mauwə (Nieuwenhagen), miauwen: WBD/WLD  miejauwə (Nieuwenhagen) Hoe noemt u het gewone stemgeluid van een kat (mauwen, kajauwen, jauwen, lollen, miauwen, janken, rallen) [N 83 (1981)] III-2-1
micrometer micrometer: mikromētǝr (Nieuwenhagen) Werktuig om zeer kleine maten op te meten. De micrometer bestaat uit een beugel met een zgn. aambeeld (het aanslagpunt), een schroefspil die het te meten werkstuk tegen het aambeeld inklemt en een draaibare meettrommel. Er bestaan ook elektronische uitvoeringen van dit toestel. Zie ook afb. 87. [N 64, 83a] II-11
middag (s middags) middag: midig (Nieuwenhagen) middag [RND] III-4-4
middagdienst, late dienst late schicht: lātǝ šix (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Domaniale]), middagschicht: medexšix (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Maurits]) De werktijd van ''s middags 2 uur tot ''s avonds 10uur. Volgens Defoin (pag. 209) wordt de namiddagdienst in de pijlers waar de kolenwinning tijdens de morgendienst geschiedt, besteed aan het verplaatsen van de installaties en de nachtdienst aan de dakbreuk. In die waar de kolenwinning tijdens de namiddagdienst geschiedt, verricht men de verplaatsing van de installaties in de nachtdienst en de dakbreuk in de volgende morgendienst. Voor de middagdienst had men, volgens de informant van Q 15, een driekantige penning. Zie ook het lemma Controlepenning. [N 95, 117; monogr.; Vwo 509; Vwo 510; Vwo 807] II-5