e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nachtmis nachtmis: nachmès (Nieuwenhagen), (naagmaes)  nagmèès (Nieuwenhagen) De mis die snachts wordt gedaan, nachtmis. [N 96C (1989)] III-3-3
nachtvlinder mot: moͅt (Nieuwenhagen) nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
nadeel nadeel: naodēēl (Nieuwenhagen), scha: sjāā (Nieuwenhagen) het nadeel dat voor iemand uit een gebeurtenis of handeling voortvloeit [schade, schaai, scha, nadeel] [N 85 (1981)] III-1-4
nageboorte nageboorte: noageboorte (Nieuwenhagen), noageburte (Nieuwenhagen) menselijke nageboorte [N 10C (zj)] || nageboorte van de mens; hoe noemde men vroeger - -? [DC 33 (1961)] III-2-2
nageboorte van de koe bed: bɛt (Nieuwenhagen) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11
nageboorte van het paard bed: bęt (Nieuwenhagen) Moederkoek die na de geboorte van het veulen afkomt. [A 33, 19a; N 8, 54 en 55] I-9
nagel nagel: nagĕl (Nieuwenhagen), nāgəl (Nieuwenhagen) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1
nagras, tweede hooioogst groe(n)maad: grǫmǝt (Nieuwenhagen) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
najaarskatje herfstkat: WBD/WLD  hèrfskàt (Nieuwenhagen), hèrfskàts (Nieuwenhagen) Hoe noemt u een in het najaar geboren katje (assiedelleke, toementkatje, tommerkat) [N 83 (1981)] III-2-1
narrenstok marot (<fr.): maroͅt (Nieuwenhagen) De narrenstaf [marot]. [N 88 (1982)] III-3-2