e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onbruikbare voorraad prul: prūl (Nieuwenhagen) allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)] III-3-1
onderbroek smeek: onderbroek  sjmeek (Nieuwenhagen) broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] III-1-3
ondereinde van de stam voet: WBD/WLD  vōōt (Nieuwenhagen) Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)] III-4-3
ondergoed ondergoed: ongergood (Nieuwenhagen) ondergoed, onderkleren [t onderdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
ondergronden, woelen ondergronden: oŋǝrgrondǝ (Nieuwenhagen) Met een aparte ploeg of met een aan de gewone ploeg bevestigde schaar, klauw of haak de zool, harde laag of bank onder (in) de voor breken of openrakelen. [N 11, 46; N27, 13b] I-1
ondergronds ondengronds: ōŋǝgronts (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), ondenin: ōŋǝni (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), onder dag: ōŋǝr dāx (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Oranje-Nassau I]) Beneden in de mijn onder de grond. [N 95, 113; monogr.] II-5
onderhemd hemd: hémme (Nieuwenhagen) onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] III-1-3
onderjurk onderrok: óngerrok (Nieuwenhagen) onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)] III-1-3
onderkabel slodderzeel: šlodǝrzēl (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Emma]) De kabel die aan de onderzijde van de liftkooien is bevestigd en tot doel heeft evenwicht te scheppen tussen de bovenkabels van beide kooien. De onderkabel is meestal plat van vorm. [N 95, 95; monogr.] II-5
onderlaagpapier onderlaagpapier: oŋǝrlǭǝxpapīr (Nieuwenhagen) Het grauwe papier dat op de dakbeschieting wordt bevestigd. [N 64, 155a] II-9