23661 |
aanbidding van het allerheiligste |
aanbidden van het allerheiligste:
t aābééëne van t allerhilligste (Q117p Nieuwenhagen),
aanbidding:
aanbidding (Q117p Nieuwenhagen),
de aanbidding (Q117p Nieuwenhagen),
aanbidding van het allerheiligste:
aanbidding van t allerhilligste (Q117p Nieuwenhagen)
|
De aanbidding van het Allerheiligste. [N 96B (1989)] || Een aanbiddingsuur of bidstonde, aan elk van de wijken of groeperingen van de parochie toegewezen gedurende deze aanbiddingsdagen [bidstond, bèèjstónd, be------nsjtónd?]. [N 96B (1989)] || Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25067 |
aandeel, part |
deel:
dēēl (Q117p Nieuwenhagen),
portie:
pŏrsiĕ (Q117p Nieuwenhagen)
|
het deel van het geheel dat men krijgt [garant, rantsoen, part, portie, deel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19268 |
aandringen |
aandringen:
āādrīngə (Q117p Nieuwenhagen),
opdringen:
ŏpdrīngə (Q117p Nieuwenhagen)
|
met klem trachten gedaan te krijgen, met drang onder de aandacht brengen [prossen, aandringen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20965 |
aangeschoten |
ze half omhaan:
ze haof um haan (Q117p Nieuwenhagen)
|
dronken [N 10 (1961)]
III-2-3
|
21470 |
aangeven, verklikken |
aanbrengen:
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
āābrīngə (Q117p Nieuwenhagen),
aangeven:
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
āāgééëvə (Q117p Nieuwenhagen),
aanschieten:
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
āāsjiētə (Q117p Nieuwenhagen)
|
een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
27907 |
aanhangkap |
kap:
kap (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale])
|
Algemene benaming voor verschillende typen metalen kappen die bij ondersteuning in pijlers toegepast worden. Er bestaan verschillende soorten pijlerkappen, zoals de Haarmannkap, de Gutehoffnungshüttekap en de Van Werschkap. Pijlerkappen kunnen los naast elkaar worden geplaatst, maar ze kunnen ook onderling met elkaar worden verbonden. Daarnaast zijn er kappen die aan de reeds bestaande kunnen worden bevestigd en tegen het dak rusten en dit voorlopig ondersteunen zonder dat er een stijl onder is geplaatst. Dit type kap wordt vooral toegepast in mechanische pijlers waar een stijlenvrij koolfront noodzakelijk is (MBK III pag. 92-93). [N 95, 609; N 95, 363]
II-5
|
19975 |
aanhitsen |
ophitsen:
WBD/WLD
òphitsə (Q117p Nieuwenhagen)
|
Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
18883 |
aanhoudend klagen |
mekkeren:
mēkkərə (Q117p Nieuwenhagen),
zeiken:
zēēkə (Q117p Nieuwenhagen)
|
aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25243 |
aanhoudend regenen |
knoetsen:
knóétsje (Q117p Nieuwenhagen),
regenen:
renchen (Q117p Nieuwenhagen)
|
voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21847 |
aanhoudend vragen |
drammen:
dràmmə (Q117p Nieuwenhagen),
durchvragen:
dŭrchvrāōgə (Q117p Nieuwenhagen),
zaniken:
zāānikkə (Q117p Nieuwenhagen)
|
aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|