28078 |
roven |
roven:
rōvǝ (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Laura, Julia])
|
De ondersteuningen wegnemen uit het ontkoolde pand. Met de term "snoeien" duidt men volgens de invullers uit Q 15 en Q 113 op respectievelijk de mijnen Maurits en de Emma het geheel of gedeeltelijk doorsteken van houten stijlen aan. [N 95, 568; N 95, 544; N 95, 571; N 95, 355; monogr.]
II-5
|
28080 |
rover |
rover:
rōvǝr (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Laura, Julia])
|
Mijnwerker die de ondersteuningen uit het ontkoolde pand verwijdert. Men noemt ze "rovers" omdat ze de stutten wegnemen of roven alhoewel ze hun "buit" in het pand nevens de transportinstallaties achterlaten ter beschikking van de houwers van de volgende ploeg. De benaming "mannetjesklopper" halen ze uit het feit dat ze de spie van de metalen schuifstempels - waarin men met wat verbeelding het silhouet van een ijzeren "mannetje" kan vinden - met een lange hamer uit haar slot kloppen, waardoor de stempel ineenschuift (Defoin pag. 101). [N 95, 569; monogr.; Vwo 269; Vwo 385; Vwo 390; Vwo 500; Vwo 672; Vwo 719]
II-5
|
21330 |
royaal |
rijf:
Van Dale: III. rijf, (gew.) mild, royaal.
rīēf (Q117p Nieuwenhagen),
rîêf (?) (Q117p Nieuwenhagen)
|
een sterke begeerte naar geld hebben [hebbig, gewarig, greeg (zijn)] [rijven] [N 89 (1982)] || royaal [DC 02 (1932)]
III-3-1
|
23721 |
rozenhoedje |
rozenhoedje:
e rōēëzehŭtje (Q117p Nieuwenhagen),
ēē rōēëzehŭtje (Q117p Nieuwenhagen),
rozenkrans:
dr roeëzekrans (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een Rozenhoedje (waarbij men 1 maal het bidsnoer langs gaat). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23716 |
rozenkrans |
rozenkrans:
dr roeëzekrans (Q117p Nieuwenhagen),
dr rōēëzekràns (Q117p Nieuwenhagen)
|
De rozenkrans, het bidsnoer [bid-vr-ons?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23722 |
rozenkransgebed |
drie rozenkrans:
dri-j roeëzekrens (Q117p Nieuwenhagen),
rozenkransgebed:
t rōēëzekransgebèt (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het Rozenkransgebed (hierbij gaat men 3 maal het bidsnoer langs) . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23730 |
rozenkransmaand |
maand van de rozenkrans:
dr mōāënt van dr rōēëzekrans (Q117p Nieuwenhagen),
dr mònt van dr rōēëzekrans (Q117p Nieuwenhagen),
rozenkransmaand:
dr roeëzekrans-mond (Q117p Nieuwenhagen)
|
De Rozenkransmaand (d.w.z. oktober). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20846 |
rozijn |
rozijn:
WBD/WLD
ràzieng (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een gedroogde druif (rozijn, serzijn). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
28372 |
rubber transportband |
band:
bant (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale])
|
Transportband, vervaardigd uit rubber. [N 95, 644; monogr.]
II-5
|
17767 |
rug |
rug:
rùk (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
rugstrang:
rùkštrank (Q117p Nieuwenhagen)
|
rug [DC 01 (1931)]
III-1-1
|