e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

Gevonden: 4514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bil bats: bats (Nieuwenhagen, ... ), bàts (Nieuwenhagen, ... ) Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] III-1-1
billijk billig: bĭllĭg (Nieuwenhagen), schappelijk: sjáppəlik (Nieuwenhagen) redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)] III-3-1
binnenbeer binnenbeer: benǝbīr (Nieuwenhagen) Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.] I-12
binnensmonds praten mompelen: mōmpələ (Nieuwenhagen), prevelen: prīēëvələ (Nieuwenhagen) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenstebuiten binnenstebuiten: binnəstəbōēëtə (Nieuwenhagen), hintestevoren: hĭngəsjtəvūūrə (Nieuwenhagen), links: links (Nieuwenhagen) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] III-1-3
binnenzak binnentas: binnetésj (Nieuwenhagen) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bioscoop kinema: kinəma (Nieuwenhagen), kino (du.): kinō (Nieuwenhagen) Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2
bisdom bisdom: ee bisdom (Nieuwenhagen), t bisdom (Nieuwenhagen), ə bisdom (Nieuwenhagen) Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)] III-3-3
bisschop bisschop: inne biesjof (Nieuwenhagen), inne biesjóp (Nieuwenhagen) Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)] III-3-3
bits bars: bāāsj (Nieuwenhagen, ... ), scherp: sjèrp (Nieuwenhagen, ... ) vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)] III-1-4, III-3-1