17652 |
bil |
bats:
bats (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
bàts (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen)
|
Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
21878 |
billijk |
billig:
bĭllĭg (Q117p Nieuwenhagen),
schappelijk:
sjáppəlik (Q117p Nieuwenhagen)
|
redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
34306 |
binnenbeer |
binnenbeer:
benǝbīr (Q117p Nieuwenhagen)
|
Mannelijk varken dat door geslachtelijke afwijking niet als zodanig herkenbaar is. Men noemt een varken een binnenbeer, als het slecht gesneden is of als men het moeilijk kan castreren. Doorgaans is het een mannelijk varken waarbij de teelballen niet zijn ingedaald. [N 19, 10; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 49e; monogr.; N 76, 10 add.]
I-12
|
21820 |
binnensmonds praten |
mompelen:
mōmpələ (Q117p Nieuwenhagen),
prevelen:
prīēëvələ (Q117p Nieuwenhagen)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
binnenstebuiten:
binnəstəbōēëtə (Q117p Nieuwenhagen),
hintestevoren:
hĭngəsjtəvūūrə (Q117p Nieuwenhagen),
links:
links (Q117p Nieuwenhagen)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetésj (Q117p Nieuwenhagen)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
kinema:
kinəma (Q117p Nieuwenhagen),
kino (du.):
kinō (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24075 |
bisdom |
bisdom:
ee bisdom (Q117p Nieuwenhagen),
t bisdom (Q117p Nieuwenhagen),
ə bisdom (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
inne biesjof (Q117p Nieuwenhagen),
inne biesjóp (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19352 |
bits |
bars:
bāāsj (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen),
scherp:
sjèrp (Q117p Nieuwenhagen, ...
Q117p Nieuwenhagen)
|
vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|