e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tegen de bal schoppen trappen: trapə (Nieuwenhagen), treden: trēͅənə (Nieuwenhagen) Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
tegencilinder tegencilinder: tę̄ǝgǝsilendǝr (Nieuwenhagen  [(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]   [Maurits]) De tegencilinder van de schudgootmotor. De invuller uit Q 15 merkt daarover op dat de tegencilinder alleen een luchtinlaat had. De lucht werd dus gecomprimeerd bij de optrekkende slag van de motor en gaf tegendruk om het geheel weer in de beginstand te brengen wanneer de motor de neergaande slag maakte. Soms werd een tegenmotor gebruikt als tegencilinder. De opgaven "bletser" van dezelfde respondent is terug te voeren op het feit dat zo''n tegencilinder een keffend geluid maakte. [N 95, 629; N 95, 613] II-5
tegenlatijzer haring: hīreŋ (Nieuwenhagen) IJzeren gereedschap waarmee de dakdekker de latten ondersteunt wanneer hij deze moet spijkeren. [N 64, 143] II-9
telefoon telefoon: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  tələfōōn (Nieuwenhagen) het toestel om de menselijke stem over te brengen [telefoon] [N 90 (1982)] III-3-1
telefooncel telefooncel: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  tələfōōntsél (Nieuwenhagen) het kleine vertrek van waaruit men kan telefoneren [telefooncel, cel] [N 90 (1982)] III-3-1
telegram telegram: Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  tələgrám (Nieuwenhagen) een per telegraaf overgebracht bericht [telegram, draadbericht] [N 90 (1982)] III-3-1
teleurstellen tegenvallen: tééëgəvàllə (Nieuwenhagen) niet krijgen of ontvangen wat men had verwacht, in zijn verwachtingen bedrogen worden [teleur vallen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten doop houden aan de doop houden: aggen doop houwe (Nieuwenhagen) Het ten doop houden, het vasthouden van het kind tijdens de doop. [N 96D (1989)] III-3-3
ten einde brengen afmaken: āāfmāākə (Nieuwenhagen), bolwerken: bōlwèrkə (Nieuwenhagen), vaardig maken: vééëdig māākə (Nieuwenhagen) een werk ten einde brengen, afmaken [bolwerken, opzeilen] [N 85 (1981)] III-1-4
ten offer gaan de offergang maken: dr offergank make (Nieuwenhagen), dr ŏffergank māāke (Nieuwenhagen), ten offer gaan: ten offer goa (Nieuwenhagen) De offergang maken, ten offer gaan. [N 96B (1989)] III-3-3