18229 |
voile |
voile (fr.):
vwàl (Q117p Nieuwenhagen)
|
lichte sluier die van een dameshoed afhangt [voile, vool, voel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20755 |
vol-au-vent |
bladerdeeg-pastetchen:
bletterdeeg pasteetje (Q117p Nieuwenhagen)
|
Pastei van bladerdeeg, vol au vent (vollevang?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
21268 |
volk (mensen) |
lui:
lyj (Q117p Nieuwenhagen)
|
volk [RND]
III-3-1
|
21533 |
volk (natie) |
nation (du.):
natsiūən (Q117p Nieuwenhagen),
volk:
voͅlk (Q117p Nieuwenhagen)
|
de gezamenlijke bewoners van een staat [volk, natie, diet] [N 88 (1982)]
III-3-1
|
23585 |
volkszang |
volksgezang:
vòlksgezànk (Q117p Nieuwenhagen)
|
Volkszang, samenzang van de gelovigen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23692 |
volle aflaat |
volle aflaat:
inne volle afloat (Q117p Nieuwenhagen),
inne vŏlle āāfloat (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een volle aflaat. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25201 |
volle maan |
volle maan:
vòllə maon (Q117p Nieuwenhagen)
|
schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)]
III-4-4
|
28292 |
volle wagen |
volle wagen:
vǫlǝ wān (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Laura, Julia])
|
[N 95, 673b; monogr.]
II-5
|
34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
biǝr (Q117p Nieuwenhagen),
bīr (Q117p Nieuwenhagen)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
20313 |
volwassen, volgroeid |
groot:
grōēët (Q117p Nieuwenhagen)
|
volwassen; volgroeid, de volle wasdom bereikt hebbend [volwassen, volslagen] [N 86 (1981)]
III-2-2
|