22722 |
woonwagen |
kermiswagen:
Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!
kĭrməswāān (Q117p Nieuwenhagen)
|
De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
21267 |
woord |
woord:
woət (Q117p Nieuwenhagen)
|
woord [RND]
III-3-1
|
22430 |
worstelen |
ringen:
riŋə (Q117p Nieuwenhagen),
worstelen:
woͅrstələ (Q117p Nieuwenhagen)
|
De tak van krachtsport waarbij het doel is de tegenstander door bepaalde grepen en bewegingen op de grond te werpen [zo dat zijn schouders de grond raken] [worstelen, borstelen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24500 |
wortel (alg.) |
wortel:
WBD/WLD
wòttəl (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24736 |
wortelhals |
hals:
WBD/WLD
hāōs (Q117p Nieuwenhagen)
|
De overgang tussen wortel en stengel bij een plant (hoofd, hals, kraag, wortelkraag, wortelhals, nek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17679 |
wreef |
wregel:
vrēgəl (Q117p Nieuwenhagen),
vrégĕl (Q117p Nieuwenhagen)
|
wreef - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
19354 |
wrevelig (zijn) |
wrevelig:
vrĭeëvəlig (Q117p Nieuwenhagen)
|
gemakkelijk te ontstemmen, een beetje knorrig [wrevelig, monkachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17892 |
wrijven |
wrijven:
vrīēvə (Q117p Nieuwenhagen)
|
Wrijven: met de hand herhaaldelijk over iets strijken (wrijven, frotteren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17922 |
wringen |
wringen:
vringə (Q117p Nieuwenhagen),
wroetelen:
vreutələ (Q117p Nieuwenhagen)
|
Wringen: met een draaiende beweging samendrukken (wringen, wreken, wroeten) (of: wroeken?). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
31368 |
wringijzer |
wringijzer:
vreŋīzǝr (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een in het midden wat breder uitlopende staaf met één tot drie gaten waarin de vierkante kop van de tap past. Er bestaan ook wringijzers met een verstelbaar gat waarin diverse types tappen passen. Het wringijzer dient om de tap bij het tappen van schroefdraad rond te draaien. Zie ook afb. 96 en de toelichting bij het lemma "tap". [N 33, 304; N 64, 65d]
II-11
|