23625 |
collecteren |
rondgaan:
rŏŏnkgòaə (Q117p Nieuwenhagen),
rónkgoa (Q117p Nieuwenhagen)
|
Met de schaal of het kerkezakje rondgaan in de kerk [róndgooën?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23629 |
collecteschaal |
schaal:
de sjaal (Q117p Nieuwenhagen),
de sjoal (Q117p Nieuwenhagen),
de sjōāl (Q117p Nieuwenhagen),
telder:
dr telder (Q117p Nieuwenhagen)
|
De schaal, het bord waarmee in dat geval gecollecteerd werd [schaol, sjaal, telder, klaaterschoeëtel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23626 |
collectezakje |
klingelsbuidel:
dr klingelsbuul (Q117p Nieuwenhagen),
klíngelsbŭŭl (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een collectezakje (met belletje) aan een lange stok [kringel-, klingelsbuul?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
31453 |
combinatietang |
combinatietang:
kǫmbināsitaŋ (Q117p Nieuwenhagen)
|
Tang waarbij de gebruiksmogelijkheden van vasthouden, buigen en knippen van metaal gecombineerd zijn. De bekken van deze tang zijn voorzien van een getand plat deel en een rond gedeelte met tanden. Het onderste gedeelte van de bekken is als zijkniptang uitgevoerd. Aan weerszijden van het scharnier van de tang bevinden zich draadknippers. Zie ook afb. 149. [N 33, 166; N 64, 47c; monogr.]
II-11
|
19823 |
commode, ladenkast |
commode:
kamu̯at (Q117p Nieuwenhagen)
|
commode [SGV (1914)]
III-2-1
|
24020 |
communicantje |
communicantje (<lat.):
ee kemuunikantje (Q117p Nieuwenhagen),
communiekind:
e kemūniekink (Q117p Nieuwenhagen)
|
Een communicantje. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23640 |
communie |
communie (<lat.):
de communie (Q117p Nieuwenhagen),
kemūūnie (Q117p Nieuwenhagen)
|
De communie, deel van de mis waarin priester en gelovigen communiceren [kemuunie, kómmelejoeën?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24012 |
communie-examen |
communie-examen:
kemūūnie-eksāāme (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het communie-examen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23418 |
communiebank |
communiebank:
de kommunie-bank (Q117p Nieuwenhagen),
mv:-bènk
kŏmmūūniĕbànk (Q117p Nieuwenhagen)
|
De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24027 |
communieblaadje |
communieblaadje:
kemūūnieblééëtje (Q117p Nieuwenhagen)
|
Het blaadje dat a.s. communikanten moesten lezen, communieklok-je [kómmelejoeënsklöksje]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|