e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwerkerken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
steelvormig handvat steel: (zachte ei)  steil (Nieuwerkerken) Rechte greep waarmee b.v. een pan, kan pot, lepel, vork wordt aangepakt (steel, handvat, handsvat) [N 79 (1979)] III-2-1
steengruis assen: asǝ (Nieuwerkerken) Kleine stukjes steen waarmee men wegen bedekt. Voor een verklaring van het woordtype ɛbrokkeljonɛ zie men de toelichting bij het lemma ɛmokerɛ (WLD II.9, blz. 15) waarin ɛbrokkeljonɛ in verband wordt gebracht met het Franse ɛbriquallonsɛ en het Waalse ɛbricayonsɛ ø̄steenpuinø̄.' [L 24, 28a; monogr.] I-8
steenkool kolen: kole (Nieuwerkerken, ... ) steenkool [ZND 04 (1924)], [ZND 36 (1941)] III-2-1
stelen stelen: stieəle (Nieuwerkerken) stelen [ZND 25 (1937)] III-3-1
stengel, steel steel: stęi̯l (Nieuwerkerken) Stengel, als deel van een plant. [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
stier var: vɛ̄r (Nieuwerkerken) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijgbeugels stijgbeugels: stibø̜ygǝls (Nieuwerkerken) Metalen, van onderen afgeplatte, aan een riem bevestigde ring waarin een ruiter de voet zet om op of af te stijgen en om op te steunen bij het rijden. [JG 1a, 1b] I-10
stilstaan hou: hou̯ (Nieuwerkerken) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stof afnemen stub afdoen: doffe e  step afdoen (Nieuwerkerken) Stof afnemen (stoffen) [N 79 (1979)] III-2-1
stofdoek stofvod: støp˃voͅt (Nieuwerkerken) een stuk doek dat gebruikt wordt om meubels af te stoffen [ZND 34 (1940)] III-2-1