18879 |
glimlachen |
in zijn eigen lachen:
hij lacht in zijn eigen (P117p Nieuwerkerken)
|
hoe zegt ge "glimlachen"in uw dialect ? Bestaat er geen woord om dit "stil lachen"uit te drukken, geef dan op door welke omschrijving men dit weergeeft. [ZND 39 (1942)]
III-1-4
|
19456 |
gloed |
warmte:
wermte (P117p Nieuwerkerken)
|
Hitte, warmte die van een vurige massa uitstraalt (gloed, hitte, warmte) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
17786 |
goed luisteren |
goed luisteren:
goeəd luiəstere (P117p Nieuwerkerken)
|
goed luisteren [ZND 30 (1939)]
III-1-1
|
19102 |
goedheid |
goedigheids:
ook materiaal znd 24, 20
goetighaits (P117p Nieuwerkerken)
|
goedheid [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21326 |
goedkoop |
goedkoop:
das goeiekoeəp (P117p Nieuwerkerken)
|
Dat is goedkoop [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
21512 |
goedkoopst |
goedkoopste:
goeiekoe[ə}pste (P117p Nieuwerkerken)
|
goedkoopst [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
21477 |
goedkoper |
goedkoper:
goeiekoe[ə}per (P117p Nieuwerkerken)
|
goedkoper [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
18954 |
goedzak |
goede kloot:
ook materiaal znd 24, 22
goeie kloeat (P117p Nieuwerkerken),
goedzak:
ook materiaal znd 24, 22
goedsak (P117p Nieuwerkerken)
|
goedzak [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
17903 |
gooien |
gooien:
goeie (P117p Nieuwerkerken),
smijten:
smète (P117p Nieuwerkerken),
werpen:
Zelden.
werpen (P117p Nieuwerkerken)
|
niets op de grond werpen ! [ZND 24 (1937)] || smijten [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
21327 |
graaf |
graaf:
inne graaf (P117p Nieuwerkerken)
|
Graaf. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|