18962 |
huichelaar |
huichelaar:
das innen huicheliər (P117p Nieuwerkerken)
|
huichelaar (schijnheilige, enz.) [ZND 24 (1937)]
III-1-4
|
17565 |
huid |
vel:
vel (P117p Nieuwerkerken),
vɛl (P117p Nieuwerkerken)
|
[L 29, 44]de huid (van de mens) [ZND 29 (1938)]
I-11, III-1-1
|
19693 |
huis, woning |
huis:
heͅi̯əs (P117p Nieuwerkerken)
|
huis [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|
19427 |
huisvuil |
huisvuil:
haasvaal (P117p Nieuwerkerken),
vuil:
vaoul (P117p Nieuwerkerken)
|
Huisvuil (rommel, rotzooi, vuiligheid, vuilnis, vuil, vullis, ruwenis) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
19089 |
iemand uitschelden |
overgrazen:
imand eiuvergroaze (P117p Nieuwerkerken),
uitschelden:
wordt weinig gebruikt
uitschelden (P117p Nieuwerkerken)
|
Op iem. schelden, iem. uitschelden. Geef de gemeenzame uitdrukkingen op en zet tussen twee haakjes welke als "gemeen"of "plat"beschouwd worden. [ZND 34 (1940)]
III-1-4
|
21563 |
ijken |
pegelen:
de gewichten pegele (P117p Nieuwerkerken)
|
De gewichten ijken"(de gewichten van de winkeliers nazien of ze nog juist zijn). [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
31623 |
ijsnagels |
ijsnagels:
ē̜snǭ.gǝls (P117p Nieuwerkerken)
|
Hoefnagels in verschillende lengtes, voorzien van beitel- of wigvormige kop, waarmee bij gladheid het hoefijzer wordt vastgezet. Zie ook afb. 234. De ijsnagel is slechts geschikt voor kortstondig gebruik. Bij langere periodes van gladheid wordt het hoefijzer voorzien van al dan niet uitneembare kalkoenen. Zie ook de toelichting bij dat lemma. Zie voor het woordtype ɛijsnagelɛ ook Limburgs Idioticon s.v. ijsnagel: "Bijzonder slach van nagels waar men de peerden meê scherp zet in den winter. Geh. Beringen."' [N 33, 367b; N 33, 371; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; monogr.]
II-11
|
25154 |
ijspegel |
ijspin:
ijespin (P117p Nieuwerkerken)
|
ijskegel [ZND 36 (1941)]
III-4-4
|
18913 |
ijver |
nuggere, een -:
das inne nuggere (P117p Nieuwerkerken)
|
Hij heeft veel ijver. [ZND 36 (1941)]
III-1-4
|
25157 |
ijzelen |
het is wreed glattig:
⁄t is wriet glettig (P117p Nieuwerkerken),
rilsen:
het rilst (P117p Nieuwerkerken, ...
P117p Nieuwerkerken)
|
ijzel [ZND 36 (1941)] || ijzelen [ZND 01 (1922)], [ZND 36 (1941)]
III-4-4
|