e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwerkerken

Overzicht

Gevonden: 1691
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jonge kip pul: pøl (Nieuwerkerken) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jongen jong: joeng (Nieuwerkerken, ... ) jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] III-2-2
jongste kind benjamin: benjamin (Nieuwerkerken), scharpotje: trefwoord volgens respondent  schijrpətsje (Nieuwerkerken) jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)] III-2-2
jus, vleesnat vleesnat: vliesnoat (Nieuwerkerken) vleesnat, jus [ZND 36 (1941)] III-2-3
kaal duivenjong kaal jong: kōͅljuŋk (Nieuwerkerken) Kaal duivejong. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
kaantjes kaaitjes: koͅikəs (Nieuwerkerken) kanen [Goossens 1b (1960)] III-2-3
kaars kaars: kas (Nieuwerkerken) kaars [RND] III-2-1
kaarsendomper demper: daemper (Nieuwerkerken), kaarsendomper: kasəndumpər (Nieuwerkerken) kaarsendomper, d.i. het metalen horentje waarmee de kaars uitgedoofd werd? [ZND 36 (1941)] || Kapje met een steel om een kaarsvlam te doven (dover, domper, domphoorn) [N 79 (1979)] III-2-1
kaarten (ww.) kaartspelen: koͅ:t spiilə (Nieuwerkerken), /  koat spelen (Nieuwerkerken) kaarten [RND], [SND (2006)] III-3-2
kaas kaas: kééəs (Nieuwerkerken) kaas [RND] III-2-3