e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke merel melder: meilder (Nieuwstadt), mälder (Nieuwstadt) een mannelijke merel (melhoorn, merelhoorn) [N 83 (1981)] || mannetjesmerel [DC 06 (1938)] III-4-1
mannelijke vis visje: vüsje (Nieuwstadt) Hoe noemt u een mannelijke vis (hommer, hom, homvis, milter) [N 83 (1981)] III-4-2
mannenkant mansluikant: mansluujkantj (Nieuwstadt) De linkerhelft van de kerk, het gedeelte links van het middenpad, dat bestemd was voor de mannen [evangeliekant, mannenkant, mansluikant, kerelskant?]. [N 96A (1989)] III-3-3
mannenkleren mansluikleren: mansluuj kleijer (Nieuwstadt) Mannenkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenondergoed lijnwaad: lievendj (Nieuwstadt), ondergoed: ongergood (Nieuwstadt) Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
mannenonderhemd flanelletje: WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.  flanelleke (Nieuwstadt) Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] III-1-3
maretak mistletoe: komt weinig voor ...  misletoe (Nieuwstadt) maretak [DC 46 (1971)] III-4-3
margriet sint-jansbloem: sint Jans bloume (Nieuwstadt, ... ) margriet [DC 42 (1967)] || margriet (Chrysanthemum leuchanthemun) [DC 42 (1967)] III-4-3
maria-altaar maria-altaar: maria-eltjer (Nieuwstadt) Het (zij)altaar dat toegewijd is aan O.L. Vrouw en waarop of waarboven haar beeltenis prijkt [Maria-altaar]. [N 96A (1989)] III-3-3
mariabeeld moedergods: mooder goads (Nieuwstadt), moodergoads (Nieuwstadt) Een beeld van Maria met of zonder het kind Jezus op de arm. [N 96B (1989)] || Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)] III-3-3