e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naar huis gaan heimwaarts gaan: heivis gàun (Nieuwstadt) naar huis gaan [DC 03 (1934)] III-1-2
nabidden nabeden: noabea (Nieuwstadt) Nabidden, d.w.z. antwoorden bij het bidden, de tweede helft van een gebed bidden. [N 96B (1989)] III-3-3
nabootsen nadoen: naodoon (Nieuwstadt) iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)] III-3-1
nabreken nabreken: nǭbrē̜kǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Gesteente uit het dak en eventueel uit de wanden wegnemen om op deze wijze toegedrukte galerijen en steengangen weer te verruimen. [N 95, 903; N 95, 390; N 95, 384; monogr.; Vwo 216; Vwo 537] II-5
nachtbraken nachtbraken: nachbrake (Nieuwstadt) tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)] III-3-1
nachtdienst nachtschicht: naxtšext (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Eisden]) De dienst van 10 uur ''s avonds tot ''s anderendaags 6 uur in de morgen (Vanwonterghem pag.160, Defoin pag. 211). Volgens de informant van Q 15 kende de nachtdienst een vierkante penning. Het woordtype "televisieschicht" duidt volgens dezelfde invuller op het feit dat, wanneer deze dienst begon, het t.v.-programma was afgelopen. Ze begon twee uur later dan de normale nachtdienst en werd vooral gevuld met roofwerkzaamheden. Zie verder ook de toelichting bij het lemma Controlepenning. [N 95, 118; monogr.; Vwo 539; Vwo 540] II-5
nachtvlinder nachtvlinder: nag-vlinder (Nieuwstadt) nachtuiltje, nachtvlinder [DC 18 (1950)] III-4-2
nadeel scha: (= sja).  scha (Nieuwstadt) het nadeel dat voor iemand uit een gebeurtenis of handeling voortvloeit [schade, schaai, scha, nadeel] [N 85 (1981)] III-1-4
nagel nagel: nagel (Nieuwstadt) nagel [DC 01 (1931)] III-1-1
natte sneeuw natte sneeuw: nate sjnee (Nieuwstadt) verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)] III-4-4