| 17608 |
neus |
neus:
naas (L433p Nieuwstadt)
|
neus [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 27826 |
nevengesteente verwijderen |
(een galerij) op hoogte brengen:
op huǝxtǝ bręŋǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Winterslag, Waterschei]),
stokken:
štokǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Het boven en onder de ontgonnen koollaag gelegen nevengesteente in een galerijfront verwijderen. Neven in samenstellingen wordt over het algemeen als een germanisme beschouwd. De Centrale Taalcommissie voor de Techniek (C.T.T.) merkt hierover op (pag. 41): "Ofschoon nieuwe samenstellingen met neven over het algemeen germanistisch aandoen, kunnen zij soms dienen om verschillende betekenissen te onderscheiden (neven, "aangrenzend gesteente" is niet hetzelfde als "bijgesteente")." Volgens de invuller uit Q 33 werd het begrip "stokken" op de mijn Emma gebruikt voor het bijwerken van de vloer (zie ook het lemma Bijwerken). [N 95, 384; N 95, 390; N 95, 927; monogr.]
II-5
|
| 18094 |
niersteen |
niersteen:
neirstein (L433p Nieuwstadt)
|
Nier-, gal- en blaassteen: steenachtige zelfstandigheid in galblaas, nieren of blaas (steen, graveel, graveelsteen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 24716 |
niet gedijen |
armzalig (adj.):
ermzelig (L433p Nieuwstadt)
|
Niet goed groeien, gezegd van planten (niet tieren, niet aarden). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 20167 |
niet zindelijk |
pisser:
pisser (L433p Nieuwstadt)
|
onzindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften niet beheersend; onzindelijk, gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
| 25172 |
nieuwe maan |
nieuwe maan:
nuje maon (L433p Nieuwstadt),
nŭŭjə moan (L433p Nieuwstadt)
|
schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 19052 |
nieuws |
nieuws:
nuuts (L433p Nieuwstadt)
|
een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
| 19010 |
nieuwsgierig |
nieuwsgierig:
nuusjerig (L433p Nieuwstadt)
|
nieuwsgierig, benieuwd: die vrouw is erg - [DC 16 (1948)]
III-1-4
|
| 20504 |
nippen |
nippen:
nippə (L433p Nieuwstadt),
pitsen:
pitsje (L433p Nieuwstadt)
|
Hoe noemt U: Met kleine beetjes drinken (pisen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20401 |
noemen |
noemen:
nuime (L433p Nieuwstadt)
|
noemen, een naam geven [DC 03 (1934)]
III-2-2
|