e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
priktol dop: tegenwoordig niet meer bekend, woord gebruikt zon 40 jaar geleden  dop (Nieuwstadt) Hoe noemt men een dergelijk stuk speelgoed dat in beweging wordt gebracht met behulp van een touwtje dat er omheen wordt gedraaid? [priktol] [DC 24 (1953)] III-3-2
proberen proberen: prebeire (Nieuwstadt) een proef nemen met of van [proberen, verzoeken, bezien] [N 85 (1981)] III-1-4
proces-verbaal proces (<fr./lat.): preses (Nieuwstadt) het geschreven woordelijke verslag van de toedracht van een overtreding [proces-verbaal, daas, nummer] [N 90 (1982)] III-3-1
produktiegereed klaar: klǭr (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), produktievaardig: prodøksivę̄rdex (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Zwartberg, Waterschei]) Gezegd van een pijler die gereed is om in produktie gebracht te worden. [N 95, 198] II-5
proeven keuren: köre (Nieuwstadt), proeven: pruive (Nieuwstadt, ... ) proeven; Hoe noemt U: Een kleine hoeveelheid voedsel of drank in de mond nemen om te onderzoeken hoe het smaakt (keuren, proeven) [N 80 (1980)] III-2-3
profiteren profiteren: proffeteire (Nieuwstadt) een goed, nuttig gebruik maken, voordeel trekken van een gelegenheid [blaaien, profiteren, luizen] [N 85 (1981)] III-1-4
promotie maken bevorderd werden: bǝvø̜rdǝrt wē̜rǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]), promotie maken: promoši mākǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) In rang bevorderd worden of meer loon krijgen. [N 95, 1003] II-5
pronken opscheppen: opsjüppe (Nieuwstadt), strontsen: sjtrōnsen (Nieuwstadt) in het oog lopend opgeschikt, in het openbaar zich voordoen, pralen [pronken, prijken, spiegelen, pralen] [N 86 (1981)] III-1-3
proosten aanstoten: áánsjtootə (Nieuwstadt), proosten: prooste (Nieuwstadt) proosten; Hoe noemt U: De glazen tegen elkaar aanstoten als teken dat men elkaar veel goeds toewenst (knutsen, klinken, proosten) [N 80 (1980)] III-2-3
proppenschieter knaptoet: ein heulenteule knaptūūt mit ene houtere sjpènderik (Nieuwstadt), knaptūūt (Nieuwstadt) Klakkebus (speelgoed gemaakt van vlierehout om proppen mee weg te schieten) [knaptoet, kraaktuut, proppesjeeter, klambös]. [N 06 (1960)] III-3-2