e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rauw rauw: rauw (Nieuwstadt), rouw (Nieuwstadt) rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)] III-2-3
ravotten ringen: ringe (Nieuwstadt) Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
rechtsachter rechtsback (<eng.): (= back)  rechtsbek (Nieuwstadt) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtsvoor rechtsbuiten: rechtsboete (Nieuwstadt) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
reeks, rij rij: rie (Nieuwstadt) een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)] III-4-4
regelaar vervoer telefonist: telǝfǝnest (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]), vervoersregelaar: vǝrvø̄rsrēgǝlę̄r (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De vervoerregelaar regelt in de Nederlandse mijnen het transport en de distributie van de lege wagens voor de verschillende laadstations. In de Belgische mijnen kent men hiervoor de "dispatcher". "De dispatcher verdeelt de ledige mijnwagens over de verschillende afdelingen en pijlers. Hij vormt de rijen wagentjes voor hun vertrek en stelt zich gedurende de ganse werktijd telefonisch op de hoogte van het vervoer" (Vanwonterghem pag. 100). [N 95, 150; N 95, 149b; monogr.; Vwo 233; Vwo 284; Vwo 828; Vwo 830] II-5
regenjas regenjas: rengejas (Nieuwstadt) een regenmantel [N 59 (1973)] III-1-3
regenworm piering: peirink (Nieuwstadt) regenworm [DC 40 (1965)] III-4-2
reis reis: reis (Nieuwstadt) het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)] III-3-1
reiskoffer koffer: köffer (Nieuwstadt) Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)] III-3-1