| 23610 |
evangelie |
evangelie:
evangelie (L433p Nieuwstadt),
evangilje (L433p Nieuwstadt)
|
De tweede lezing, het evangelie [t evangillie, evangjillióm?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 20172 |
familie |
familie:
de ganse femilie (L433p Nieuwstadt)
|
het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
| 22664 |
fanfare |
fanfare:
fanfaar (L433p Nieuwstadt)
|
Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 22431 |
feest |
feest:
fees (L433p Nieuwstadt)
|
De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 22511 |
feest bij de ondertrouw |
voorbruiloft:
veurbroelof (L433p Nieuwstadt)
|
Het feest bij de ondertrouw [hoog]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 22432 |
feesten |
feestvieren:
fees vieren (L433p Nieuwstadt)
|
Een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 23615 |
feestpredicatie |
feestpreek:
feespreak (L433p Nieuwstadt)
|
Een feestpredikatie. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 21127 |
fiets |
fiets:
eine fits (L433p Nieuwstadt),
fits (L433p Nieuwstadt)
|
Wat is de dialectbenaming voor een rijwiel in het algemeen [N 99 (1991)]
III-3-1
|
| 21138 |
fietsen |
fietsen:
fitse (L433p Nieuwstadt)
|
op een fiets rijden [fietsen, wieleren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 28392 |
fijnkool |
fijnkolen:
fīnkǭlǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Eisden])
|
Steenkolen met een afmeting kleiner dan 10 mm. [N 95, 463]
II-5
|