e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L433p plaats=Nieuwstadt

Overzicht

Gevonden: 3173
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gereed af: aaf (Nieuwstadt), klaar: klaur (Nieuwstadt), vaardig: vēerdig (Nieuwstadt) gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar met een handeling die verricht moest worden, een handeling verricht hebbend [af, vaardig, klaar, teneinde, ree, verrig] [N 85 (1981)] III-1-4
gereedschap gereedschap: gǝręjtšap (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]), geschier: gǝšēr (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Algemene benaming voor het gereedschap. [N 95, 721; N 95, 724; N 95, 727; monogr.] II-5
gereedschap inleveren [gereedschap] inleveren: enlēvǝrǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Werktuigen bijvoorbeeld voor reparatie inleveren. De plaatselijke term voor "gereedschap" vindt men in het lemma Gereedschap. [N 95, 724] II-5
gereedschapskist geschierkist: [geschier]kes (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Kist waarin de mijnwerker zijn materiaal kan opbergen. De "geschierkist" (Q 21) werd op de mijn Maurits gebruikt door de post-stutter. Een gereedschapskist in een pijler werd daar "pinnenkist" genoemd. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 704; monogr.] II-5
gereedschapsmagazijn geschiermagazijn: gǝšērmagǝzin (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Ruimte ondergronds waar het gereedschap aan de mijnwerkers wordt uitgereikt en na gebruik weer wordt opgeborgen. [N 95, 727] II-5
gereedschapsring geschierhaak: [geschier]hǭk (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]), geschierpin: [geschier]pen (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Grote metalen ring waaraan het gereedschap dat voorzien is van een gat, kan worden geregen. De gereedschapsring kan met behulp van een hangslot worden afgesloten en wordt uitsluitend in pijlers gebruikt. Volgens invullers uit Q 121 en Q 121c was de "getuigpin" voorzien van een plaatje met daarop het nummer van de mijnwerker. Voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste woorddelen zie men het lemma Gereedschap. [N 95, 763; monogr.] II-5
gereedschapswerkplaats gereedschapsmederij: gǝręjtšapsmęǝri (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Laura, Julia]) Bovengrondse werkplaats waar gereedschap wordt hersteld. [N 95, 728] II-5
geren geren: gērǝ (Nieuwstadt) Stof schuin laten uitlopen of spits uitlopende stroken aanbrengen om het kledingstuk ruimer te maken. [N 59, 187; N 62, 11b; N 62, 11a; S 10] II-7
gering aantal, een paar paar: e paar (Nieuwstadt) een gering aantal [paar] [N 91 (1982)] III-4-4
geronnen melk dikke melk: dekǝ mɛlk (Nieuwstadt) Melk die door het lange staan dik en zuur is geworden. [L 2, 7; A 7, 15; monogr.] I-11