22435 |
jarig zijn |
verjaardag hebben:
verjaordaag (L433p Nieuwstadt)
|
Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18752 |
jas |
jas:
jas (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Jas die de mijnwerker als bovenkleding draagt. Het "putjasje" dat men in L 417 kent, heeft twee binnenzakken: één voor het eten en één voor de mijnlamp. [N 95, 64; Vwo 139]
II-5
|
18193 |
jas: algemeen |
jas:
jəs (L433p Nieuwstadt)
|
Zijn jas is helemaal vaal, op die van mij zitten vale plekken [DC 42B (1967)]
III-1-3
|
20561 |
jenever |
schnaps (du.):
sjnaps (L433p Nieuwstadt),
sjnàps (L433p Nieuwstadt)
|
jenever; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank bereid uit moutwijn waaraan bij de distillatie jeneverbessen zijn toegevoegd, die er het aroma aan verlenen (snevel, babbelwater, jandoedel, knevelwas, kwak, sjenevel, jenever, klare, snaps) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24556 |
jeneverbes |
hansbort:
asburte (L433p Nieuwstadt)
|
jeneverbes (Juiniperus communis L.) [Roukens 03 (1937)]
III-4-3
|
18041 |
jeuk |
jeuk:
jeu‧k (L433p Nieuwstadt)
|
jeuk [N 07 (1961)]
III-1-2
|
18086 |
jicht |
jicht:
jich (L433p Nieuwstadt)
|
Jicht: stofwisselingsziekte die berust op afzetting van urinezure zouten in de gewrichten, met veel pijn (jicht, dicht, gicht, flerecijn, reumatiek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21280 |
joelen |
collationeren (<fr.):
Weijnen 2003 (pag. 180): klasjenere, kletsen (nbrab.) << fra. collationner, afl. van M.E. Latijn ontleend collatio avondmaaltijd. Men hield namelijk in de kloosters tijdens die maaltijd een uiteenzetting.
klasjeneire (L433p Nieuwstadt)
|
zich luidruchtig gedragen met veel gebaren en bewegingen; joelen [kwaken, jouwen, joelen, herriën, stachelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
22379 |
jojo |
jojo:
jojo (L433p Nieuwstadt)
|
Het speeltuig bestaande uit een schijf die langs een koord dat eromheen gewonden is, afloopt en door de traagheid zichzelf weer opwindt [jojo]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22548 |
jokeren (kaartspel) |
jokeren:
jokere (L433p Nieuwstadt)
|
Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)]
III-3-2
|