19636 |
kolengruis |
kolengruis:
kaolegruus (L433p Nieuwstadt)
|
Hoe noemt u het gruis van kolen? [N 104 (2000)]
III-2-1
|
27718 |
kolenkraan |
kolenkraan:
kǭlǝnkrān (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma])
|
[N 95, 37]
II-5
|
27712 |
kolenlaadstation |
verlading:
vǝrlājeŋ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
Het woordtype "kade" (Q 7) duidt op een punt waar kolen in schepen worden overgeladen en "bascule" (Q 7) op een laadpunt voor treinen. [N 95, 32]
II-5
|
19634 |
kolenschop |
panschup:
panšø̜p (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Schop, bestaande uit een korte steel met kruk en een betrekkelijk groot blad. Met dit type schop worden de losgemaakte kolen op de transportband of de schudgoot geschept. Door de onduidelijke vraagstelling van vraag N 95, 751 ("Hoe noemt u een platte schop?") en vraag N 95, 752 ("Hoe noemt u een panneschop?") is een aantal opgaven uit dit lemma mogelijkerwijs ook van toepassing op de steenschop. De composita waarvan het eerste lid verwijst naar een steenschop zijn bijeengeplaatst in het lemma Steenschop. [N 95, 752; N 95, 751; monogr.]
II-5
|
19467 |
kolenslik |
slam:
šlam (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Nat kolenstof of kolengruis, gebruikt als brandstof. [N 95, 466; monogr.; Vwo 689; Vwo 709; Vwo 715]
II-5
|
28204 |
kolenstof |
kolenstub:
kǭlǝštø̜p (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Grof of fijn stof afkomstig van de kolen. Het komt vrij bij het schieten, boren, het losmaken van kolen en andere werkzaamheden in het ondergrondse gedeelte van de mijn. Omdat het kolenstof overbelasting van de longen kan veroorzaken, wordt het nadelig geacht voor de gezondheid. Het moet daarom zoveel mogelijk bestreden worden. Bij een bepaald percentage vluchtige bestanddelen in het kolenstof is het zeer explosief. [N 95, 769; monogr.]
II-5
|
28123 |
kolenval |
kolenval:
kǭlǝval (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Af- of instorting van kolen. Het gevaar van kolenval is in elke koollaag aanwezig maar het treedt meer op de voorgrond bij dikke lagen en bij goed gelaagde kolen. Door directe kolenval kwamen vaker ongevallen voor. [N 95, 888]
II-5
|
27714 |
kolenvoorraad |
kolenopslag:
kǭlǝnopšlāx (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Voorraad kolen die een mijn opslaat wanneer de produktie hoger is dan de verkoop. [N 95, 33; Vwo 749]
II-5
|
18835 |
komisch |
zuur:
zoer (L433p Nieuwstadt)
|
lachwekkend omdat de tegenstelling tussen het gepretendeerde en het werkelijke doorzien wordt [komisch, vies] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18826 |
kommervol (zijn): kommer |
veel ambras hebben:
veul ambras hubbe (L433p Nieuwstadt)
|
vol leed en zorg [diepzinnig, kommervol] [N 85 (1981)]
III-1-4
|