23509 |
mis voor een overledene |
mis voor de afgestorvene:
mès veur de aafgesjtorvene (L433p Nieuwstadt),
zielendienst:
zeledeins (L433p Nieuwstadt)
|
Een mis voor een overledene [zielmis, zielemis, zieledienst, dodenmis, zwarte mis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23548 |
misboek op het altaar |
misboek:
mèsbouk (L433p Nieuwstadt)
|
Het grote misboek, missaal dat op een lezenaar op het altaar staat [misboek, mèsbook, mèsbóch?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23271 |
misdienaar |
koorjong:
koorjong (L433p Nieuwstadt)
|
Een koorknaap, misdienaar, misdiener [koeërjóng?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23539 |
misdienaarstoga |
toog (<lat.):
toog (L433p Nieuwstadt)
|
De rode of de zwarte toog van een misdienaar. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23518 |
misintentie |
misintentie:
mèsintensie (L433p Nieuwstadt)
|
Een misintentie. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23538 |
miskleren |
miskleren:
mèskleijer (L433p Nieuwstadt)
|
De misgewaden, miskleren [miskleer, mèskleijer, getuug?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23532 |
missaal |
missaal:
missaal (L433p Nieuwstadt)
|
Een kerkboek waarin de misgebeden zijn opgenomen [misboek, mèsbook, mèssebook, missaal?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23685 |
missie |
missie (<fr.):
missie (L433p Nieuwstadt)
|
Een meerdaagse reeks preken, gebedsoefeningen e.d. die eens in de 10 jaar in de parochie werd gehouden ter heropwekking en verdieping van het geloof en ter bekering van zondaars [missie, volksmissie?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23394 |
missiekruis |
missiekruis:
missiekruuts (L433p Nieuwstadt)
|
Een groot kruisbeeld ter herinnering aan een in de parochie gepreekte missie [missiekruis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25166 |
mist, nevel (alg.) |
rouw:
roe (zonder onderscheid) (L433p Nieuwstadt),
rouwvorst:
roevoasj (zonder onderscheid) (L433p Nieuwstadt)
|
mist en nevel [DC 27 (1955)]
III-4-4
|