| 25265 |
morgen, maat van ongeveer 8000 m2 |
morgen:
⁄ne mūrge (L433p Nieuwstadt)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van ongeveer 8000 vierkante meter [morgen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 23224 |
morgengebed |
morgengebed:
mörgegebed (L433p Nieuwstadt)
|
Het morgengebed, morgensgebed [merge-gebed, mergensgebed, mörge-gebed, mörreje-jebed?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 17891 |
morsen |
knoeielen:
knojele (L433p Nieuwstadt)
|
Morsen: met vuiligheid knoeien (morsen, mozen, mossen, mosselen, plorren, meggelen, mekkelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 28038 |
morskool |
morskolen:
mǫrskǭlǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Laura, Julia])
|
Gemorste kool. [N 95, 462]
II-5
|
| 24355 |
mot |
mot:
mot (L433p Nieuwstadt)
|
mot [DC 24 (1953)]
III-4-2
|
| 28350 |
motorgoot |
motorrutsche:
mōtǝrrutš (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma])
|
Transportgoot waarop de beweging van de schudgootmotor wordt overgebracht. Een motorgoot is doorgaans een versterkte goot die aan de onderkant voorzien is van een zogenaamde slof met boutgaten. De slof dient om de verbinding met de motor tot stand te brengen. [N 95, 625; Vwo 3; Vwo 17; Vwo 84]
II-5
|
| 28347 |
motorraam |
motorraam:
motǝrrām (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
IJzeren raam waarop de motor van een schudgoot met bouten bevestigd kan worden. [N 95, 616]
II-5
|
| 25100 |
motregenen, licht regenen |
druppelen:
druppele (L433p Nieuwstadt),
dröppələ (L433p Nieuwstadt, ...
L433p Nieuwstadt),
motregenen:
motraegene, ’t motraegent (L433p Nieuwstadt)
|
klein beetje regen [muggepis, pleisterke regen] [N 81 (1980)] || motregen, het motregent (regen met heel fijne druppels). [DC 30 (1958)] || zeer weinig regenen, zodat de grond maar net nat is [spruikelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 18264 |
mouw |
mouw:
moew (L433p Nieuwstadt),
mu (L433p Nieuwstadt),
muw (L433p Nieuwstadt),
Verkl. muke.
moe (L433p Nieuwstadt),
mouwtje:
mykǝ (L433p Nieuwstadt)
|
de mouw [N 59 (1973)] || Hoe noemt U in het algemeen een mouw? [N 62 (1973)] || Mouw van bijv. een colbert of japon. [N 59, 126; N 62, 34a; MW]
II-7, III-1-3
|
| 29063 |
mouwkop |
mouwkop:
muwkop (L433p Nieuwstadt)
|
Het gedeelte van de mouw van het colbert dat in de armsgatuitsnijding wordt ingewerkt. [N 59, 128]
II-7
|