e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rafel rafel: raofel (Nieuwstadt), rǭfǝl (Nieuwstadt) Hoe noemt U een rafel? [N 62 (1973)] || Rafelige plek in een weefsel. [N 62, 45b; MW] II-7, III-1-3
rafelen rafelen: rēūffele (Nieuwstadt), rǭfǝlǝ (Nieuwstadt) aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.] II-7, III-1-3
rails rails (<eng.): ralsj (Nieuwstadt) de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)] III-3-1
ramen lappen ruiten wassen: rūtə wɛšə (Nieuwstadt), vensteren wassen: venstərə wɛšə (Nieuwstadt) ramen zemen [DC 15 (1947)] III-2-1
rammelaar rabbeltje: rebbelke (Nieuwstadt) Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] III-3-2
rammelen rammelen: rammele (Nieuwstadt) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4
rangeerterrein rangeerterrein: ranžērtǝręjn (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Plaats waar de kolentreinen worden samengevoegd of gesplitst. [N 95, 23] II-5
rank rank: rank (Nieuwstadt) Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3
ranzig ranzig: rànzich (Nieuwstadt) ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)] III-2-3
raspen raspen: raspe (Nieuwstadt, ... ), ràspə (Nieuwstadt, ... ) raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)] III-2-1, III-2-3