20529 |
rauw |
rauw:
rauw (L433p Nieuwstadt),
rouw (L433p Nieuwstadt)
|
rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
ringen:
ringe (L433p Nieuwstadt)
|
Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22890 |
rechtsachter |
rechtsback (<eng.):
(= back)
rechtsbek (L433p Nieuwstadt)
|
Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
22883 |
rechtsvoor |
rechtsbuiten:
rechtsboete (L433p Nieuwstadt)
|
Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
25083 |
reeks, rij |
rij:
rie (L433p Nieuwstadt)
|
een rij van geregeld naast elkaar geplaatste dingen [resem, reeks] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
28312 |
regelaar vervoer |
telefonist:
telǝfǝnest (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
vervoersregelaar:
vǝrvø̄rsrēgǝlę̄r (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
De vervoerregelaar regelt in de Nederlandse mijnen het transport en de distributie van de lege wagens voor de verschillende laadstations. In de Belgische mijnen kent men hiervoor de "dispatcher". "De dispatcher verdeelt de ledige mijnwagens over de verschillende afdelingen en pijlers. Hij vormt de rijen wagentjes voor hun vertrek en stelt zich gedurende de ganse werktijd telefonisch op de hoogte van het vervoer" (Vanwonterghem pag. 100). [N 95, 150; N 95, 149b; monogr.; Vwo 233; Vwo 284; Vwo 828; Vwo 830]
II-5
|
18554 |
regenjas |
regenjas:
rengejas (L433p Nieuwstadt)
|
een regenmantel [N 59 (1973)]
III-1-3
|
24308 |
regenworm |
piering:
peirink (L433p Nieuwstadt)
|
regenworm [DC 40 (1965)]
III-4-2
|
21195 |
reis |
reis:
reis (L433p Nieuwstadt)
|
het gaan van een plaats naar een andere, meestal met een of ander vervoermiddel (reis) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21201 |
reiskoffer |
koffer:
köffer (L433p Nieuwstadt)
|
Het voorwerp van leer, stof, riet om goederen mee op reis te nemen [koffer, valies] [N 90 (1982)]
III-3-1
|