e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
reizen reizen: reize (Nieuwstadt) een reis ondernemen [reizen, pelgrimmen] [N 90 (1982)] III-3-1
rekruut rekruut: rekruut (Nieuwstadt) een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)] III-3-1
relikwie relikwien: rillekwieje (Nieuwstadt) De vereerde overblijfselen van heiligen of zaken die met Christus, Maria of een heilige in aanraking zijn geweest, relieken, relikwieën. [N 96A (1989)] III-3-3
remhelling remhelling: remhelling (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Een in de helling-richting gedreven verbinding van de grondgalerij naar een hogere verdieping, of als dit te ver werd naar een deelgalerij. De remhelling was enkel- of dubbelsporig en aan de kop voorzien van een horizontaal geplaatste kabelschijf met rem of van een verticaal geplaatste dubbele trommel met onderscheidene diameters. Al naar gelang de uitvoering kon een mijnwagen aan elk van de twee uiteinden van de over deze schijf of trommel lopende kabel gekoppeld worden of op één of meer aan de kabel bevestigde onderstellen worden geplaatst. Dit systeem van vervoer werd rond 1930 vervangen door schudgoten en transportbanden. [N 95, 684; monogr.; N 95, 517] II-5
reminstallatie van een remhelling reminstallatie: rɛmenštalāsi (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Domaniale]) De op een verplaatsbaar onderstel geplaatste reminstallatie van remhellingen. [N 95, 688; monogr.] II-5
remschijf kettingschijf: kęteŋšīf (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De schotelvormige schijf van de remschijftransporteur die zorgt voor het afremmen van de kolen of stenen. [N 95, 662] II-5
remschijfketting transportketting: transpǫrtkęteŋ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De transportketting van een remschijftransporteur. [N 95, 663] II-5
remschijftransporteur jojo: jōjō (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]), remschijftransporteur: rɛmšīftranspǫrtø̄r (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]), stuwtoer: stywtūr (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Een soort remmende transporteur voorzien van een ketting met schijven voor het vervoer van kolen in steile en halfsteile lagen van boven naar beneden. De ketting beweegt door halfronde of hoekvormige goten naar beneden en remt door middel van schijven het te vervoeren materiaal. Een invuller uit Q 121 schrijft over de opgave "kandeltoer" dat dit op de Domaniale mijn halfronde platen waren van ongeveer 2 meter met aan de zijkant een ronde buis van 15 cm doorsnee waardoor de stuwketting naar boven werd getrokken. [N 95, 615; N 95, 661; monogr.] II-5
rentenieren rentenieren: renteneire (Nieuwstadt) leven van de inkomsten van je goederen of kapitaal [heren, rentenieren] [N 89 (1982)] III-3-1
rest in het glas klats: klàtsj (Nieuwstadt), klatsje: kletsjke (Nieuwstadt) restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] III-2-3