e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sjoelen sjoelen: sjoele (Nieuwstadt) Het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
slaan slaan: slàun dich oem dine ore (Nieuwstadt) ik sla je (met de potlepel) om je oren [DC 03 (1934)] III-1-2
slaap slaap: sjlaop (Nieuwstadt) Slaap: de behoefte aan volkomen rust van de zintuigen en het bewust zijn (slaap, vaak). [N 84 (1981)] III-1-2
slag fleer: fleir (Nieuwstadt), mep: mep (Nieuwstadt), slag: sjlaag (Nieuwstadt) Klap. Hij gaf me een klap op mijn schouders. [DC 17 (1949)] || Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] || Slag, klap: een slaande beweging met het doel om te treffen (gleer, smijt, klets, wiks, batter, bats, veeg, ketter, maai). [N 84 (1981)] III-1-2
slak slak: sjlek (Nieuwstadt) slak [DC 17 (1949)] III-4-2
slakkenhuis slakkenhuis: sjlekkenhoes (Nieuwstadt) slakkenhuis [DC 17 (1949)] III-4-2
slang slang: sjlang (Nieuwstadt) Hoe noemt u het dier met een langgerekt, rolrond, door schubben bedekt lichaam zonder ledematen; het beweegt zich voort door zijn lichaam te krommen (slang, serpent) [N 83 (1981)] III-4-2
slank spits: sjpits (Nieuwstadt) Slank, tenger: rank, smal gebouwd (slank, raal, reel, rank, riede). [N 84 (1981)] III-1-1
slecht dak slecht dak: šlɛxt ˲dāk (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Een slecht dak laat bij het afkloppen een dof geluid horen. Het heeft loszittend gesteente. [N 95, 891; monogr.] II-5
slecht dragend ijs dun ijs: dun ies (Nieuwstadt) slecht dragend ijs [papieren zolder] [N 81 (1980)] III-4-4