e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwstadt

Overzicht

Gevonden: 3173
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloeduitstorting blauwe plek: Of "blaw plekke".  blauwe plekken (Nieuwstadt) Hoe noemt u de geelachtig blauwe plekken op de huid, die een gevolg zijn van slaan, stoten of vallen? [DC 52 (1977)] III-1-2
bloedworst bloedworst: bloutwoosj (Nieuwstadt) bloedworst [N 06 (1960)] III-2-3
bloedzuiger echel: hechel (Nieuwstadt) bloedzuiger [DC 30 (1958)] III-4-2
bloemknop knop (mv.): knöp (Nieuwstadt) De knop waaruit een bloem groeit (bot, bloembot, bloemknop). [N 82 (1981)] III-4-3
bloemperk bloemenhof: bloumehaof (Nieuwstadt), bloemenhofje: bloumehöfke (Nieuwstadt), hofje: höfke (Nieuwstadt) Hoe noemt u het afgeperkt deel van een tuin met bloemen? [N 104 (2000)] III-2-1
blustoren blustoren: blø̜štōrǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Julia]) Torenvormig gebouw waarin de cokes met water wordt afgekoeld. [N 95, 110] II-5
bluswagen bluswagen: blø̜šwāgǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Wilhelmina]) Voertuig waarmee de hete cokes van de oven naar de blustoren wordt vervoerd. [N 95, 111] II-5
bluts bluts: blutsj (Nieuwstadt), dompel: dumpel (Nieuwstadt) Deuk: een buiging in een effen opppervlak door een stoot veroorzaakt (buts, bluts, bult, duts, deuk). [N 84 (1981)] III-1-2
blutsen blutsen: blutsje (Nieuwstadt) Blutsen: een buil slaan, een deuk slaan (blutsen, knutsen, butsen). [N 84 (1981)] III-1-2
blutsen, van een appel blutsen: blutsje (Nieuwstadt) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] I-7