18805 |
uitdenken |
uitvigileren:
oetfigeliere (L433p Nieuwstadt)
|
door nadenken ontwerpen; verzinnen [uitfineren, figeleren, uitprakkezeren, bedenken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21827 |
uiten |
uitspreken:
oetsprēke (L433p Nieuwstadt)
|
uitspreken; te kennen geven [uiten, uiteren, lossen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21443 |
uitgaan |
uitgaan:
oetgaon (L433p Nieuwstadt)
|
uitgaan, cafés bezoeken, aan de zwier gaan [lelijkeren, op de scheut gaan] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18573 |
uitgaanskleren |
goede kleren:
gouw kleijer (L433p Nieuwstadt)
|
De kleren die men draagt als men uit gaat. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
24996 |
uitgieten |
uitschudden:
oetsjudde (L433p Nieuwstadt)
|
een vloeistof al gietende doen vloeien uit een kan, fles etc. [storten, plassen, klassen, schenken, uitgieten] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
28972 |
uithalen van de doorslagsteken |
uittrekken:
ūttrękǝ (L433p Nieuwstadt)
|
Het verwijderen van de doorslagsteken. [N 59, 51b]
II-7
|
21386 |
uithoren |
nieuwsgierigen:
nujsjèrigen (L433p Nieuwstadt),
uithoren:
oetheure (L433p Nieuwstadt)
|
door vragen van iemand proberen te weten te komen wat hij voelt, uithoren [horken, funteren, tintelen, uithoren, uithorken] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21391 |
uitleggen |
langer maken:
laŋǝr mākǝ (L433p Nieuwstadt),
uitduiden:
oetduje (L433p Nieuwstadt),
uitleggen:
oetlegge (L433p Nieuwstadt),
ūtlęgǝ (L433p Nieuwstadt)
|
duidelijk maken, uitleggen [uitduiden, uitbeduiden] [N 85 (1981)] || Een kledingstuk langer of ruimer maken door onderaan een zoom uit te leggen. [N 59, 191; N 62, 23b; MW] || het verklaren, uitleggen [uitleg, bedied, bedietsel] [N 85 (1981)]
II-7, III-3-1
|
21452 |
uitnodigen |
uitnoden:
oetneuje (L433p Nieuwstadt)
|
iemand verzoeken bij iemand op bezoek te komen, een feest bij te wonen etc. [verzoeken, noden, bidden, uitnoden, kwelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21445 |
uitschelden |
uitschelden:
oetsjelje (L433p Nieuwstadt)
|
iemand smadelijke, honende woorden naar het hoofd werpen [uitkeken, uitjouwen, uitjuiwen, bellen, uitklappen, uitgodverren,uitschelden, uitsliepen [N 85 (1981)]
III-3-1
|