e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Nieuwstadt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vademen (de/een) naald(e) vamen: dǝ n ̇ǭlj vɛ̄.mǝ (Nieuwstadt), vamen: vē̜mǝ (Nieuwstadt), vęjmǝ (Nieuwstadt) Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.] II-7
vagebond vagebond: vagebondj (Nieuwstadt) een persoon zonder vaste woonplaats en zonder middelen van bestaan, vaak met een slecht gedrag [vagebond, kreugekruier, skoefel] [N 85 (1981)] III-1-4
vakbond bond: bonjtj (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) Vereniging van werknemers. Men kende een katholieke en een socialistische vakbond. [N 95, 982; N 95, 982 add.] II-5
vals spelen foetelen: foetele (Nieuwstadt) Vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
vals splitje valse split: valš šplet (Nieuwstadt) Vals plooitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131b] II-7
valse glans glans: glans (Nieuwstadt) Valse glans, door persen ontstaan. [N 59, 80b] II-7
valse plooi fronsel: fronjtjsǝl (Nieuwstadt) Valse plooi of vouw, die er niet hoort. [N 62, 48; MW] II-7
valsspeler foetelaar: foeteleer (Nieuwstadt) Iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak]. [N 88 (1982)] III-3-2
van boven naar beneden kool delven van boven naar onder afbouwen: van bǭvǝ nǭ øŋǝr āfbuwǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Eisden]) Doorgaans geeft men de voorkeur aan het werken van onder naar boven in een koollaag, omdat dan o.a. het scheppen van de kolen het gemakkelijkst is. Alleen wanneer men daardoor gunstiger ten opzichte van de splijtvlakken komt te zitten of wanneer de helling van de koollaag groter is dan 25 graden, zal men in dalende richting of van boven naar beneden werken (Driessen pag. 158). Dit gebeurt ook, volgens de informant van Q 113, als de laag zeer dik is. [N 95, 520] II-5
van veren wisselen ruizelen: rȳzǝlǝ (Nieuwstadt) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12