23692 |
volle aflaat |
volle aflaat:
vollen aafloat (L433p Nieuwstadt)
|
Een volle aflaat. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
25201 |
volle maan |
volle maan:
vòllə moan (L433p Nieuwstadt),
volmaan:
vol moan (L433p Nieuwstadt)
|
schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)]
III-4-4
|
28292 |
volle wagen |
volle wagen:
volǝ wāgǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
[N 95, 673b; monogr.]
II-5
|
18963 |
voor de gek houden |
kloten:
kloten (L433p Nieuwstadt),
verneuken:
verneuken (L433p Nieuwstadt)
|
op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21754 |
vooraanstaande |
hoge piet:
hoge piet (L433p Nieuwstadt)
|
een persoon van veel betekenis in een plaats [peris] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
27804 |
voorbereiding |
voorbereiding:
(mv)
vø̄rbǝręjdeŋǝn (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Domaniale]),
voorbereidingswerkzaamheden:
vø̄rbǝręjdeŋswɛrkzāmhēdǝn (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Werken in een koollaag die worden uitgevoerd na de ontsluiting maar vóór de winning. "Verzamelnaam voor alles wat en iedereen die zich bezighoudt met de voorbereidende ondergrondse werken tot het winnen van de kolen" (Vanwonterghem pag. 180). [N 95, 167; monogr.; Vwo 627; Vwo 843]
II-5
|
27806 |
voorbereidingsploeg |
voorbereidingsploeg:
vø̄rbǝręjdeŋsplowx (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
[N 95, 177; N 95, 176; monogr.]
II-5
|
27805 |
voorbereidingspost |
voorbereidingspost:
vø̄rbǝręjdeŋspost (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma, Maurits])
|
Front van de galerij waar de voorbereidingsploeg de galerij verder in de koollaag en het gesteente drijft. [N 95, 176; monogr.]
II-5
|
23724 |
voorbidden |
voorbeden:
veurbea (L433p Nieuwstadt)
|
Voorbidden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24956 |
voorde, doorwaadbare plaats |
ondiepe plaats:
òndijpə pláátsj (L433p Nieuwstadt)
|
doorwaadbare plaats in een water [waaistap, gewad, doorsteek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|