20563 |
borrel |
drupje:
drupke (L433p Nieuwstadt),
dröpkə (L433p Nieuwstadt),
schnaps-je:
sjnepske (L433p Nieuwstadt)
|
borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24981 |
borrelen (van water) |
borrelen:
bórrələ (L433p Nieuwstadt),
opkwellen:
opkwelle (L433p Nieuwstadt),
pruttelen:
pruttele (L433p Nieuwstadt)
|
bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19497 |
borstel |
borstel:
Geen afzonderlijke namen bekend Enkelvoud: beusjtel
beusjtele (L433p Nieuwstadt)
|
schrobber (van takjes) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
17765 |
borstkas |
borstkas:
boorskas (L433p Nieuwstadt)
|
Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
28219 |
borstlamp |
borstlamp:
boršlamp (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Lamp die op de borst wordt gedragen. Volgens de invuller uit Q 15 was de borstlamp incidenteel bestemd voor de hoofdleiding (ingenieur, inspecteur, chef-ondergronds). De lamp had een systeem waarmee men kon aflichten, d.w.z. controleren op mijngas. Uit de opgave "mijnmeterslamp" van de respondent uit Q 21 blijkt dat de lamp ook door deze beroepsgroep werd gebruikt. [N 95, 261; monogr.]
II-5
|
18400 |
borstrok |
stoep:
sjtup (L433p Nieuwstadt, ...
L433p Nieuwstadt)
|
Borstrok. Is in uw dialect een algemeen woord bekend voor borstrok? Bedoeld wordt het warme kledingstuk dat over het hemd wordt gedragen? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18603 |
borstrok (voor mannen) |
borstrok:
gemaakt van jaegerwol, flanel of molton
borsrok (L433p Nieuwstadt),
stoep:
sjtup (L433p Nieuwstadt)
|
Mannenborstrok. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18248 |
borstspeld |
broche (fr.):
brosj (L433p Nieuwstadt)
|
voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18082 |
borstvliesontsteking |
fleuris:
fleuris (L433p Nieuwstadt)
|
Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18528 |
borstzak(je) |
borsttasje:
borstesjke (L433p Nieuwstadt)
|
de buitenzak ter hoogte van de borst [N 59 (1973)]
III-1-3
|