21573 |
brutaal |
frech (du.):
vrech (L433p Nieuwstadt)
|
geen schaamte hebbend [(zeer) brutaal, astrant, frech, vrank, frank] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
25116 |
bui, regenbui |
bui:
buuj (L433p Nieuwstadt),
hommelsbui:
hommelsbuuj (L433p Nieuwstadt)
|
regenbui, korte periode van regen [frontbui, gurze, schoer] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
17634 |
buik |
buik:
bŭk (L433p Nieuwstadt)
|
buik (lijf) [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
29085 |
buikbroek |
buikboks:
būkboks (L433p Nieuwstadt)
|
Broek voor een gezet figuur. [N 59, 162]
II-7
|
18095 |
buikpijn |
buikpijn:
boekpien (L433p Nieuwstadt),
penspijn:
Plat.
penspien (L433p Nieuwstadt)
|
buikpijn [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
28957 |
buiksuçon |
buiksuçon:
būksǝson (L433p Nieuwstadt)
|
Gebogen taillenaad voor veel buikwelving. [N 59, 94d]
II-7
|
28939 |
buikvoorsprong |
buikbreedte:
būkbręjtǝ (L433p Nieuwstadt)
|
Maat genomen van de voorpartij van de taillewijdte. De taillewijdte bestaat uit twee ongelijke helften, de achterhelft noemt men de lendenbreedte en de voorpartij de buikvoorsprong (Papenhuyzen II, pag. 11). Zie afb. 28. [N 59, 45b; N 59, 44c]
II-7
|
20455 |
buitenechtelijk kind |
voorkind:
veurkēndj (L433p Nieuwstadt)
|
een niet uit een wettelijk huwelijk geboren kind, buitenechtelijk kind [bastaard, speelkind, voorloper, voorkind] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
22875 |
buitenspel |
af-side:
afseit (L433p Nieuwstadt)
|
Buitenspel. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
22878 |
buitenspeler |
links-/rechtsbuiten:
lènksboete (L433p Nieuwstadt),
rechtsboete (L433p Nieuwstadt)
|
Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|