33129 |
bussel uitgedorst stro |
bos:
buš (L433p Nieuwstadt),
bussel:
bø̜sǝl (L433p Nieuwstadt)
|
Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat]
I-4
|
21702 |
buur |
nabuur:
naober (L433p Nieuwstadt)
|
iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20223 |
buurman |
nabuur:
naober (L433p Nieuwstadt)
|
iemand die naast ons woont [naober, buur, buurman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20241 |
buurt |
nabuurschap:
naobersjap (L433p Nieuwstadt)
|
het deel van een stad of dorp waarvan de bewoners elkaar goed kennen [buurt, gebuurt, geburen, naoberschap] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21305 |
buurten |
de avond korten:
d⁄n oavend korte (L433p Nieuwstadt)
|
de avonden doorbrengen met praten en roken [kortavonden] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21231 |
calèche -> tilbury (wld i.13) |
tilbury (eng.):
tilberie (L433p Nieuwstadt)
|
een licht, vierwielig rijtuig [caleche, kales] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23643 |
canonborden |
canonborden:
canonborde (L433p Nieuwstadt)
|
De canonborden op het altaar. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22423 |
carambole |
carambole (fr.):
karambol (L433p Nieuwstadt)
|
Het raken van de rode bal en één van de beide witte met de andere witte bal waarmee gespeeld wordt in een bepaald biljartspel [carambole, karbel, kerbol, karbelhouwogen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22439 |
carnavalsoptocht |
vastelavondsoptocht:
vastelaovesoptoch (L433p Nieuwstadt)
|
De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18431 |
ceintuur |
bandje:
bendje (L433p Nieuwstadt),
riem:
reim (L433p Nieuwstadt)
|
Hoe noemt U: een ceintuur (band, sjerp?) [N 62 (1973)]
III-1-3
|