e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197p plaats=Noorbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleermaker - smaadnamen, bijnamen vuile snijder: vūlǝ sni-jdǝr (Noorbeek) Scheld- of spotnamen en bijnamen voor de kleermaker. [N 59, 197c] II-7
kleermakersbedrijf snijderbedrijf: šni-jdǝrbǝdrīf (Noorbeek) Algemene benaming voor het kleermakersbedrijf. [N 59, 202b; monogr.] II-7
kleermakersborstel borstel: bø̄ǝrstǝl (Noorbeek) Borstel, meestal van paardenhaar, waarmee men bij het persen de wolvezels in de goede richting schuiert. In het algemeen borstelt men hiermee stof en kleren schoon. Zie afb. 20. [N 59, 32] II-7
kleermakerskrijt krijt: krīt (Noorbeek) Het kleermakerskrijt wordt gebruikt om patronen op de stof over te nemen. Deze krijtlijnen verwijdert men later weer. Het krijt is vier- of driehoekig van vorm (Gerritse, pag. 21) en voelt vettig aan (Papenhuyzen III, pag. 9). Men kan ook met behulp van een zogenaamde rokkenspuit een lijn trekken. Door verstuiven van krijtpoeder kan men hiermee een lijn op de rok trekken om een rechte zoom te krijgen op de juiste hoogte. Zie afb. 6 en 7. [N 59, 5; N 62, 66; monogr.] II-7
kleermakersschaar snijdersscheer: šni-jdǝrsšir (Noorbeek) Met de kleermakersschaar kan een bepaalde schaar bedoeld zijn die wat zwaarder van uitvoering is dan bijvoorbeeld een coupeuseschaar. [N 59, 16b; N 59, 16a] II-7
kleermakerstafel snijderstafel: šnidǝrstø̜fǝl (Noorbeek) De tafel waarop of waaraan de kleermaker werkt. Deze tafel wordt gewoonlijk gemaakt van vurenhout. Dikwijls laat men op de tafel een triplex blad maken, omdat vurenhout wel eens splintert en men geen last wil hebben van naden trekken in het blad (Papenhuyzen III, pag. 6). [N 59, 1a] II-7
klein in zijn soort fiezel: (klein kind).  fiezel (Noorbeek), klein: klenge (Noorbeek) iets dat klein is in zijn soort [piepeling, ruigte, geneuk] [N 91 (1982)] III-4-4
klein wolkje klein wolkje: klēē-wölkske (Noorbeek) klein wolkje [oliester] [N 81 (1980)] III-4-4
kleine bouwladder ledder: lø̜dǝr (Noorbeek) Kleine ladder van ongeveer 1.75 m lengte die voornamelijk wordt gebruikt voor het werk binnenshuis. [N 32, 9b; monogr.] II-9
kleine neus kleine neus: klein naas (Noorbeek) Dat kind heeft een klein neusje. [DC 37 (1964)] III-1-1