e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197p plaats=Noorbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
motorfiets motor: p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg:  `motor (Noorbeek) motor (Duits Motorrad) III-3-1
motregen, fijne regen smiezerik: smīēzerich (Noorbeek) klein beetje regen [muggepis, pleisterke regen] [N 81 (1980)] III-4-4
motregenen, licht regenen smiezelen: smiezelen (Noorbeek) zeer weinig regenen, zodat de grond maar net nat is [spruikelen] [N 81 (1980)] III-4-4
mouw mouw: moew (Noorbeek, ... ), muw (Noorbeek) de mouw [N 59 (1973)] || Hoe noemt U in het algemeen een mouw? [N 62 (1973)] || Mouw van bijv. een colbert of japon. [N 59, 126; N 62, 34a; MW] II-7, III-1-3
mouwen ter bescherming mouwen: muwǝ (Noorbeek) Soort mouwtjes al of niet met handschoen, die sommige imkers als extra bescherming dragen. [N 63, 75b] II-6
mouwkop bovenkant: bǭvǝkānt (Noorbeek) Het gedeelte van de mouw van het colbert dat in de armsgatuitsnijding wordt ingewerkt. [N 59, 128] II-7
mouwomslag, manchet manchet: manšɛt (Noorbeek) Verlengstuk aan het einde van een mouw; vaak afzonderlijk, en dan al of niet aan de mouw vastgemaakt. [N 62, 34d; N 59, 134; MW] II-7
mouwplank mouweplank: muwǝplāŋk (Noorbeek) De mouwplank gebruikt men voor het openpersen van de mouwnaden; zij wordt daartoe in de mouwen gestoken. De informant van L 416 zegt een mouwplank met één poot te gebruiken. Zie ook het lemma ɛpersplankɛ. Zie afb. 16.' [N 59, 19d] II-7
mouwvoering aannaaien het voer in de mouw zetten: ǝt vōr en dǝr muw zętǝ (Noorbeek) De voering van de mouw aan het armsgat hechten. [N 59, 127] II-7
mug knozel: Additie bij vraag 2b: knaozel (men zegt knaowezel): is n mug die vooral in de avond vliegt en ook steekt  knaowezel (Noorbeek) mug [N 26 (1964)] III-4-2