e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197p plaats=Noorbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pak, kostuum herenpak: hiere-pak (Noorbeek), pak: pak (Noorbeek) een herenkostuum [N 59 (1973)] || Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)] III-1-3
pannen hangen uitleggen: ūtlɛqǝ (Noorbeek) De dakpannen voorlopig leggen om het gebouw zo vlug mogelijk waterdicht te maken. Dit werk volgens de invuller uit L 210 vaak door de huiseigenaar zelf gedaan. Later werden de pannen door een dakdekker op de goede plaats gelegd. Hij haalde daartoe aan een zijkant van het dak drie rijen voorlopig gelegde pannen af. Vervolgens werden twee rijen definitief gelegd. De derde rij gebruikte hij steeds om te staan. [N 32, 47a] II-9
pannen schuren schuren: sjoore (Noorbeek) Vlekvrij maken van b.v. pannen door te schuren b.v. met zand (schuren, schrobben) [N 79 (1979)] III-2-1
pannen voegen toesmeren: tušmē̜rǝ (Noorbeek) De naden tussen de pannen door middel van de pannenstrijker met mortel aansmeren. Zie ook het lemma 'Pannenstrijker'. [N 32, 48a] II-9
pannentang knijptang: knīptaŋ (Noorbeek) Lange nijptang waarmee de dakdekker stukken van pannen afknipt wanneer ze aan het ondereinde een schuine richting moeten hebben. Zie ook afb. 76. [N 30, 17; monogr.] II-9
pantoffel pantoffel: pantoeffele (Noorbeek) Pantoffel. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men in uw dialect die met een opstaande achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
pap pap: pap (Noorbeek, ... ) pap [DC 35 (1963)] III-2-3
papborstel plekborstel: plɛk˱bø̜rstǝl (Noorbeek) De borstel waarmee men het plaksel op het behang en de muren smeert. Vaak wordt als papborstel een blokwitter of een handveger gebruikt. [N 67, 94b] II-9
parfum parfum: pafùm (Noorbeek) reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur] [N 86 (1981)] III-1-3
pas uit het ei gekomen kipje kuikje: kykskǝ (Noorbeek) [N 19, 40b] I-12