e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197p plaats=Noorbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ramen lappen vensteren wassen: veenstere wesje (Noorbeek) Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)] III-2-1
rammelen rammelen: rammele (Noorbeek) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4
rammelkar ratelkar: rātǝlkar (Noorbeek) Kar die veel lawaai maakt. [N 17, 92] I-13
rank klimplanten: klumplaante (Noorbeek), rank: ideosyncr.  raank (Noorbeek) Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3
rapen rapen: rǭpǝ (Noorbeek) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
razen en tieren schobben: sjoebe (Noorbeek) luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] III-1-4
razend van woede dol: (Eijsden!).  deul (Noorbeek), razentig: roazentig (Noorbeek) razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] III-1-4
rechterachterkwartier rechtse vierdel achter: rɛxtsǝ vidǝl axtǝr (Noorbeek) Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d] I-11
rechtervoorkwartier rechtse vierdel voor: rɛxtsǝ vidǝl vø̄r (Noorbeek) Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c] I-11
rechtspreken oordelen: oardéle (Noorbeek) rechtspreken [rechten] [N 90 (1982)] III-3-1