e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197p plaats=Noorbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verwaarlozen vernachlssigen (du.): vernoaliestige (Noorbeek) geen zorg voor iets dragen [verbaalmonden, niet tellen, verwaarlozen] [N 85 (1981)] III-1-4
verwachting beiden: beje (Noorbeek) het wachten op iets, meestal op iets positiefs [lous, loos, verwachting] [N 85 (1981)] III-1-4
verwantschap familie: familie (Noorbeek) het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)] III-2-2
verwarmen, stoken stoken: sjtó-èke (Noorbeek), stōōke (Noorbeek) stoken [DC 35 (1963)] III-2-1
verwelken versloeieren: versjloeiere (Noorbeek), ideosyncr.  verschloeieren (Noorbeek) Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)] III-4-3
verwelkt versloeierd: versjloeiert (Noorbeek), ideosyncr.  verschloeierd (Noorbeek) Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)] III-4-3
verwend kindje verwende duppen: verwend döppe (Noorbeek) een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)] III-2-2
verwensen verwensen: verweensje (Noorbeek) iemand kwaad toewensen [wensen, verdijen, verwensen] [N 85 (1981)] III-3-1
verzegeld broed gesloten broed: gǝšlǭtǝ brōt (Noorbeek), melkbroed: mɛlkbrōt (Noorbeek) Gesloten broed. Het stadium van het broed waarbij de larf volgroeid is. De cel wordt door de werkbijen afgedekt met zegelwas. De larf kan zich gaan verpoppen. [N 63, 25b; N 63, 20a; N 63, 23d; N 63, 23a] II-6
verzegelde honing opgedekte raat: opgǝdęktǝ rǭt (Noorbeek), verzegelde raat: vǝrzīgǝldǝ rǭt (Noorbeek) Honing uit een verzegelde raat. Ten aanzien van het woordtype rijpe honing merkt de informant uit L 333 op dat men, wanneer een raampje voor twee-derde verzegeld is, de honing rijp mag noemen. [N 63, 114a; N 63, 113a; monogr.] II-6