e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q197p plaats=Noorbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voor de gek houden foppen: foppe (Noorbeek), kloten: kloète (Noorbeek), kullen: kulle (Noorbeek), verneuken: vernèùke (Noorbeek), (Eijsden!).  vernuuëke (Noorbeek) op onschuldige of grappige wijze misleiden, voor de gek houden [foppen, kullen, vernachelen, verpieren, bekeukelen] [N 85 (1981)] III-1-4
vooraanstaande notabele: notabeel (Noorbeek) een persoon van veel betekenis in een plaats [peris] [N 90 (1982)] III-3-1
voorgeborchte van de biechtstoel biechtstoel: biechsjtool (Noorbeek) Dat gedeelte van de biechtstoel, waar de biechteling neerknielt [voorgeborchte?]. [N 96A (1989)] III-3-3
voorgevel buitengevel: būtǝgīvǝl (Noorbeek) De muur die de voorzijde van het bouwwerk vormt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 33a; monogr.] II-9
voorhamer zware hamer: šwūrǝ hāmǝr (Noorbeek) Zware ijzeren hamer met een lange steel die wordt gebruikt om breuksteen stuk te slaan. Zie ook afb. 13. [N 30, 18c] II-9
voorhoofd voor de kop: vēūr gənə kòp (Noorbeek) voorhoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
voorklauw teen: tiǝn (Noorbeek) Het voorste deel van de hoef. [N 3A, 119b] I-11
voorkrimpen stof natmaken: stǭf nātmākǝ (Noorbeek) Het natmaken en weer droogpersen van de stof om te voorkomen dat deze later zal krimpen. [N 59, 81a] II-7
voornemen plan: van plan (Noorbeek) wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)] III-1-4
voornemens zijn van plan zijn: van plan (Noorbeek) van plan zijn, het voornemen hebben [getijd zijn/hebben, betijd hebben, vörgers zijn] [N 85 (1981)] III-1-4